Kansen voor beleggers in gemengde activa

Door Juan Nevado, fondsbeheerder van het M&G (Lux) Dynamic Allocation Fonds en het M&G (Lux) Conservative Allocation Fonds

Eind 2018 heerste er een diepgeworteld pessimisme over de algemene gezondheidstoestand van de wereldeconomie. Begin 2019 is die druk echter voor een deel afgenomen. Welke kansen liggen er in het verschiet voor wie in gemengde activa belegt ?

Zoals wij de wereld nu zien, blijft de kans op een wereldwijde recessie miniem, ook al zien we een zekere vertraging in de economische cijfers en stellen we vast dat analisten hun verwachtingen over de bedrijfsinkomsten en -winsten terugschroeven. Door de prestaties van de aandelenmarkten in 2018 en de waarderingen van ondernemingen in indexen zoals de Japanse Topix, de Duitse Dax of de Zuid-Koreaanse Kospi heerste er een diepgeworteld pessimisme over de algemene gezondheidstoestand van de wereldeconomie. De Topix, een index met grote Japanse bedrijven zoals Toyota en Mitsubishi, verloor het voorbije jaar zo'n 17% van zijn beurswaarde. Beleggers hielden amper rekening met ondersteunende factoren zoals de stijgende bedrijfswinsten, de verbeterende initiatieven op het vlak van deugdelijk bestuur en de algemene verbetering van de binnenlandse economieën van landen zoals Japan. In plaats daarvan verwarden veel van die doemdenkers de gematigde economische groei (in de VS, de grootste economie ter wereld, daalde de groei, maar kwam hij van heel hoge niveaus) met een groei die steil naar beneden duikt.

Samengevat kunnen we over 2018 zeggen dat de markten op het einde van het jaar stokten en dat de beleggers zich vooral onzeker en pessimistisch lieten maken door de stijgende Amerikaanse rentevoeten en de verwachting dat de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de oververhittende economie zou blijven afkoelen met een zogenaamd restrictief monetair beleid door de rente verder te verhogen. Met andere woorden, beleggers werden bang voor het vooruitzicht van stijgende rentevoeten en hoe die de aandelenwaarderingen onder druk zouden kunnen zetten. Wanneer de rentevoeten interessanter worden, beginnen beleggers soms een hogere vergoeding te verwachten voor het aanhouden van andere activa en daardoor kunnen die in prijs dalen. Dat is volgens ons voor een groot deel de oorzaak van de turbulentie die we in februari en oktober op de wereldwijde aandelenmarkten hebben gezien.

Voorlopig is die druk in 2019 echter voor een deel afgenomen, onder meer doordat de Fed heeft aangegeven dat ze de rentevoeten in de toekomst niet zo agressief zal optrekken, maar wat meer geduld aan de dag zal leggen. Het feit dat de inflatie zeer laag staat, is essentieel voor die visie. Belangrijker nog is echter dat de aandelenwaarderingen aan het einde van het jaar in elkaar zijn gezakt, waardoor er niet veel goed nieuws nodig was om de aandelenkoersen de hoogte te doen in gaan.

En dat brengt ons bij de beleggingsmogelijkheden. Interessant is dat het beleggersvertrouwen, ongeveer zoals in de markt van 2016, nog steeds negatief is. Dat heeft de aandelenrisicopremie (het extra rendement dat beleggers ontvangen als ze beleggen in bedrijfsaandelen in plaats van veilige westerse obligaties) op een heel interessant niveau gebracht en heeft een aantal aantrekkelijke waarderingen opgeleverd op tal van aandelenmarkten buiten de VS. In die context zijn wij gewonnen voor Japan, Azië in het algemeen en de Europese markten, al kan een aantal sectorspecifieke markten in de VS (biotechnologie, bankwezen) voor een zekere diversificatie zorgen.

Over het algemeen zijn wij van mening dat vastrentende activa, met uitzondering van posities in opkomende markten (zoals Mexico, Indonesië, Brazilië en Zuid-Afrika) en Amerikaanse staatsobligaties, duur gewaardeerd zijn. Zo bieden Japanse staatsobligaties op tien jaar bijna een negatieve rente, en net als Duitse en Britse staatsobligaties bieden ze weinig mogelijkheden voor diversificatie binnen de portefeuille.