Skagen ziet lonen groeien

Torgeirhoien
Torgeir Høien

Sinds 2001 groeit na een periode van meer dan 50 jaar de arbeidsproductiviteit in de VS sneller dan het arbeidsloon, waardoor de arbeidsinkomensquote is gedaald. Van Q1 1947 tot Q4 2001 bedroeg de arbeidsinkomensquote in de niet-financiële sector in de VS gemiddeld 63,5%. In 2014 was deze gedaald tot 57,1%. Sinds kort stijgen de lonen weer sneller dan de productiviteit. Wat betekent het voor de winstontwikkeling, vraagt Torgeir Høien van Skagen zich af als de arbeidsproductiviteit weer net zo snel groeit als het arbeidsloon?

Er zijn diverse verklaringen voor het uit de pas lopen van het arbeidsloon en de arbeidsproductiviteit. Dit varieert van gebrek aan arbeidsconcurrentie en nieuwe regelgeving voor markttoetreding, tot globalisering en het minder snel toenemen van de marginale arbeidsproductiviteit dan de gemiddelde arbeidsproductiviteit. Sinds Q3 2014 signaleert Høien - als gevolg van heviger concurrentie en een wegebbend globalisatie-effect - dat de reële groei van het arbeidsloon per uur (met 5,1%) in de niet-financiële sector versnelt ten opzichte van de gemiddelde productiviteitsgroei (met 0,3%). Hierdoor steeg de arbeidsinkomensquote tot 59,1% in Q1 2017.

Loonstijging kan losstaan van inflatie

Vanwege de heersende lage inflatie wordt tegenwoordig met extra aandacht gekeken naar de loonontwikkeling. Maar vaak wordt over het hoofd gezien dat loongroei totaal los kan staan van prijsbewegingen. Bijvoorbeeld als het reële inkomen te laag is ten opzichte van de arbeidsproductiviteit, dan hoeft een stijging van het nominale loon nog niet te wijzen op gestegen prijzen van consumptiegoederen. Als de arbeidsinkomensquote normaliseert, dan staat een stijging van de nominale loonkosten per eenheid los van een stijging van de consumentenprijzen. Wat nodig is, is een stijging van de reële loonkosten per eenheid. Een hoge looninflatie hoeft niet per definitie het einde te betekenen van ’lowflation’.

Wat gebeurt er met de winst?

Wat gebeurt er met de reële winst per eenheid als de arbeidsinkomensquote normaliseert? De reële winst per eenheid hangt af van lonen, wisselkoers, rente en productiebelasting. Høien constateert dat sinds 2001 de belangrijkste impact op de winst per eenheid komt van de loonkosten per eenheid. Een daling van de winst per eenheid kan worden verwacht als de arbeidsinkomensquote normaliseert. Stel dat de loonkosten per eenheid stijgen van 59,1 cent naar 63,5 cent in Q1 2021 en de overige kosten per eenheid niet wijzigen, dan daalt de winst per eenheid met 8,1 cent, ofwel 35,2%.

Høiens disclaimer

Aangezien niet duidelijk is waarom de arbeidsinkomensquote sinds 2001 zo sterk daalde, is het moeilijk om een betrouwbare toekomstverwachting te geven. Het blijft ook nog maar de vraag of hij zal terugkeren naar het langjarig gemiddelde. Høien wil een potentieel en aannemelijk scenario voor de winst per eenheid in de VS in de komende jaren schilderen. En de tekenen wijzen op een daling daarvan.

Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
nieuws@analist.nl

Copyright analist.nl B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. Analist.nl doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.