Biotech overgewaardeerd aldus Max Nisen

Niet enkel internettechnologie doet het goed op de beurs, ook biotechbedrijven mogen al jaren op een hartelijke ontvangst van investeerders rekenen voor hun aandelenuitgiftes. Maar waar internet-startups meestal toch al een zekere inkomstenstroom hebben voor ze naar de beurs trekken, hebben veel biotechbedrijven enkel een heleboel beloftes in de pijplijn.

En dat is in de farmaceutische sector geen goed teken, schrijft Max Nisen op Quartz. Biotech zou volgens hem wel eens de volgende bubbel kunnen zijn die gaat ontploffen.

Omdat de traditionele farmaceutische sector het de jongste jaren moeilijk heeft nog nieuwe medicijnen uit te vinden en te commercialiseren, vestigen veel investeerders hun hoop op jonge biotechbedrijven. Die maken veel publiciteit rond veelbelovende studies, maar dat is uiteraard geen garantie dat er ooit echt een medicijn zal kunnen gecommercialiseerd worden.

Bovendien bestaat de kans dat onder druk van de publieke opinie de obsceen hoge prijzen van sommige nieuwe medicijnen gevoelig zullen moeten dalen.

Geld genoeg

Hoewel biotech het nog niet even goed doet als de internetbedrijven bij het aantrekken van risicokapitaal, haalde de sector volgens een rapport van consulent PwC vorig jaar toch ruim 8,6 miljard dollar op. Op het gebied van beursintroducties is de biotech-sector de jongste twee jaar geëxplodeerd. In de Verenigde Staten gingen vorig jaar 71 biotechbedrijven naar de beurs.

Dat aantal ligt veel hoger dan tijdens de zogenaamde genoom-bubbel in het begin van het millennium. Toen kwamen veel startups met de belofte dat ze de ontrafeling van het menselijke genoom zouden kunnen verzilveren met nieuwe farmaceutische producten. Investeerders dachten de nieuwe kip met de gouden eieren gevonden te hebben, maar zagen hun geld al snel in rook opgaan. Nu lijken ze volgens Max Nisen in dezelfde val te trappen.

De biotechbedrijven hebben vaak helemaal niets, behalve projecten in de pijplijn. J.P. Morgan stelde vast dat de meeste nieuwe beursgenoteerde biotech-ondernemingen hun waarde verantwoorden door zogenaamde preklinische activa. Daarmee bedoelen ze medicijnen die nog niet op mensen werden getest of die in de vroegste menselijke testfases zitten.

Dat is risicovol, want uit onderzoek blijkt dat in de farmaceutische sector 97 procent van de medicijnen uit deze testfase nooit op de markt zullen komen. En toch worden de biotechbedrijven op basis van deze parameters door investeerders op miljarden dollars gewaardeerd en doen ze het 60 procent beter dan het gemiddelde Nasdaq -aandeel.

Het fenomeen bracht Janet Yellen, voorzitster van de Federal Reserve , vorig jaar tot de uitzonderlijke stap om bepaalde biotech-aandelen met naam te noemen en als overgewaardeerd te beschrijven. Dat mocht echter niet baten, want de bedrijven bleven pijlsnel in waarde toenemen.

Hete lucht

Zelfs al zitten er een aantal veelbelovende medicijnen in de pijplijn van de biotechbedrijven en al heeft de Food and Drug Administration (FDA) beloofd de toelatingsprocedures te versnellen, toch lijkt er volgens Nisen veel geld in hete lucht geïnvesteerd te worden.

Investeerders gaan er volgens hem onterecht van uit dat alle mogelijke nieuwe behandelingen die biotechbedrijven onderzoeken, ook gecommercialiseerd zullen worden. In realiteit is de fase van onderzoek en ontwikkeling bijzonder moeilijk en duur.

Karen Andersen, biotech-analiste bij investeringsfirma Morningstar, wijst erop dat bedrijven veel meer krediet krijgen voor programma’s die nog in een eerste fase zitten dan ooit in het verleden. “Ik weet niet hoe lang we ze nog krediet kunnen geven zonder dat het puur theoretisch wordt,” aldus Andersen.

Investeerders rekenen volgens Nisen tenslotte ook te sterk op een hoge return van de marktintroductie van een geneesmiddel. Er zijn voorbeelden waar die return inderdaad groot is, zoals met een hepatitis-medicijn dat Gilead Sciences ontwikkelde.

Maar er ontstaat overal ter wereld een druk van de verzekeraars en overheden om die prijzen door collectieve onderhandelingen naar beneden te dwingen. Dat geldt zeker in de Verenigde Staten, waar de prijzen voor medicatie dikwijls veel hoger liggen dan in Europa. Indien de prijzen inderdaad gevoelig zouden dalen, is het volgens Max Nisen gegarandeerd gedaan met de biotech-bubbel.

Bron: Express.be