MFS: Beleggers, pas op voor over-analyse

Het is voor beleggers natuurlijk heel belangrijk om de ontwikkelingen op de markt nauwlettend in de gaten te houden. Maar wie waarde toeschrijft aan zelfs de kleinste marktschommeling, kan uiteindelijk tot verkeerde conclusies komen, schrijft Robert Almeida, beleggingsstrateeg van vermogensbeheerder MFS. Soms moet je een stapje terug doen en teruggaan naar de kern: waar gaat het nu eigenlijk om bij beleggen?

Beleggen is zo makkelijk/moeilijk niet

Marktvoorspellers hebben het maar lastig gehad de laatste tijd. De verschillende marktsignalen – een scala aan rentecurves, inflatie op recordhoogte, stijgende arbeidskosten – gaven niet altijd dezelfde richting aan. Het deed de hersenen kraken van iedereen die erachter probeerde te komen welke kant de markten op zouden gaan.

Beleggen is ook gewoon best moeilijk: economieën en markten zijn complexe en veranderlijke systemen, waarin de acties van de één gevolgen kunnen hebben voor het gedrag van de ander. En het is lastig als er ruis ontstaat omdat signalen die in eerste instantie elkaar tegenspraken, toch in elkaar gaan overlopen. Want welke conclusie moeten we dan nog trekken?

Aan de ene kant is beleggen dus lastig, maar in de basis is het heel simpel. Alle financiële assets – of ze nu private of publiek, aandelen of obligaties zijn – krijgen uiteindelijk waarde door cashflows. Dus laten we daar eens naar kijken, in plaats van de altijd veranderende economische variabelen te over-analyseren om vervolgens het verkeerde pad op geduwd te worden.

Marges en cashflows

In 2018, tijdens de financiële cyclus die volgde op de financiële crisis, bereikten marges recordhoogtes, ondanks het zwakste economische herstel in meer dan een eeuw. Dat kwam doordat bedrijven creatief werden in het beschermen van de winstmarges en die zelfs tot nieuwe hoogtes wisten te stuwen door toeleveringsketens tot het uiterste op te rekken en de arbeidskosten te verlagen. Dit soort acties waren bedoeld om de winst te compenseren totdat de groei zou normaliseren, maar de groei bleef zwak en marges begonnen af te nemen.

Ook toen in 2020 de lockdowns begonnen, zagen we de winstmarges dalen. Maar dreigende recessie-marges (zoals in 2002 en 2009) werden al snel afgewend door de ongekende stimuleringsmaatregelen van overheden en centrale banken. Beleidsmakers verschoven een historische hoeveelheid vermogen van de publieke sector naar huishoudens, die geld konden blijven uitgeven en zo zorgden voor een tweecijferige economische en bedrijfswinstengroei. Met daarnaast nog dalende kosten, stegen marges weer naar nieuwe recordhoogtes – waar ze nu nog steeds staan.

Op hetzelfde neerkomen

Je zou je tijd kunnen verdoen door te kijken naar meerdere, tegenstrijdige voorbeelden van hoe economische groei en winstmarges eruit zouden zien als je de ene rendementscurve steiler maakt en de ander afvlakt. Of we kunnen het heel lang hebben over de complicaties waar consumenten mee te maken krijgen als de hogere kosten van levensonderhoud de substantiële spaartegoeden in rook laten opgaan.

Dat kunnen we doen, maar eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: nu de financiële voorwaarden aanscherpen en de groei vertraagt, kampen bedrijven met te veel tegenslag om de recordmarges te behouden.