Macroscoop: Op zoek naar de verloren groei

Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

Begin dit jaar werd nog een groei van de wereldeconomie met 4,4% verwacht, maar nu stevent 2022 volgens de consensusverwachting van Bloomberg op een groei van 3,3% af. En het was allemaal toch zo mooi begonnen. In december vorig jaar sloot de wereldeconomie met een groei van 6,1% een boekjaar af dat dankzij de heropening na de coronacrisis historisch was, en ook voor het volgende jaar zag het er rooskleurig uit.

Maar de laatste maanden zit er zand in de machine. Ten eerste heeft de Russische inval in Oekraïne het vertrouwen van de huishoudens en ondernemingen aangetast en olie gegooid op een inflatievuur dat al hoog was opgelaaid. Ten tweede is het gezondheidsrisico uit zijn as herrezen en door de barrière van Beijings zero-covidbeleid gebroken. Ook dat werkt de inflatie in de hand, en wel aan de aanbodzijde: de wereldfabriek draait langzamer en giet nog meer zand in productieraderwerken die na twee jaar verstoringen toch al danig knarsten. De gevolgen zijn ook negatief voor de Chinese en dus de mondiale groei, want de binnenlandse consumptie van 's werelds tweede economische mogendheid wordt aan banden gelegd. Deze exogene factoren daargelaten, blijft de inflatie zich maand na maand verder verspreiden, wat tot een zelfversterkende spiraal van prijs- en loonsverhogingen dreigt te leiden. Dat risico moest wel een reactie van de grote centrale banken ontlokken, waarvoor inflatiebeheersing een hoofddoelstelling is. Een rechtstreeks gevolg is dat de financiële voorwaarden de laatste maanden aanzienlijk zijn verkrapt. Voor gezinnen wordt het nu duurder om vastgoedaankopen te financieren, voor ondernemingen om investeringsplannen te financieren, en na jarenlang weinig rente te hebben gekost, dreigt de schuldenlast van de landen steeds zwaarder te worden.

De economische en monetaire situatie zijn dus, evenals de vooruitzichten, sinds het begin van het jaar steeds verder verslechterd, waardoor de grote beleggingscategorieën fors gedaald zijn – zelfs staatsobligaties, die als risicoloos gelden wat wanbetaling betreft. Hoewel de vooruitzichten voor de komende maanden somber blijven, ligt de voor 2022 verwachte wereldwijde groei bijna op het potentiële niveau voor de lange termijn. De groei buigt maar barst niet.

En ja, het kan altijd nog erger, maar hoe zouden de katalysatoren van een opvering van de economie en de beurs eruit kunnen zien?

Het monetair beleid blijft een bepalende factor bij de waardering van financiële activa. Momenteel geldt dat beleid als uitgesproken restrictief. De markten verwachten dit jaar 11 renteverhogingen van 0,25% bij de Fed en 4 renteverhogingen bij de ECB. Een koerswijziging of hoop daarop zou net als een versoepeling van de financiële voorwaarden een katalysator kunnen blijken voor een opvering van de economie en de beurs. Maar dan moet de inflatie zich natuurlijk stabiliseren en vervolgens gaan wegebben. Hoewel de inflatie er hoog is, begint dit scenario zich af te tekenen in de VS. Als het Russisch-Oekraïense conflict opgelost raakte, zou dat voor de inflatie en het vertrouwen in de economie een gunstig teken zijn, maar vooralsnog blijft het een niet erg waarschijnlijke, zij het niet uit te sluiten hypothese. Nu het recessierisico steeds groter wordt en in de VS al op 30% wordt geraamd, tegen nog 15% begin dit jaar, bestaat de mogelijkheid dat de vraag gaat afnemen, en dus ook de druk op de prijzen. In zo'n situatie zouden de overheden over meer budgettaire speelruimte beschikken. Zonder het risico te lopen een inflatoire spiraal in stand te houden.

Na regen komt zonneschijn, dat weten we, maar de vraag luidt thans: wanneer? Het valt beslist niet mee deze vraag te beantwoorden, maar de belegger die dat kan, zal daar op middellange termijn de vruchten van plukken. Op de beurs worden de beste zaken niet gedaan als er geen vuiltje aan de lucht is, integendeel: gouden zaken doen we als er donderwolken hangen.