Macroscoop - Lente voor de rente

Alexis Bienvenu, Fund Manager La Financière de l'Echiquier

Na een lange periode onder het nulpunt trad voor een deel van de Europese staatsobligatierentes afgelopen week de dooi in. De tienjaarsrente steeg naar een minder negatief niveau (in Duitsland bijvoorbeeld van -0,60% begin januari naar -0,25% op 25 februari) of kwam zelfs opnieuw op positief terrein (zoals in Frankrijk).

Zoals een bevroren ledemaat bij het weer opwarmen bijzonder pijnlijk wordt, veroorzaakte ook deze dooi – die an sich goed nieuws is, want negatieve rente wijst op een bedrukte economie – enig lijden: de voorbije week verkrampte de aandelenmarkt. Met name een welbepaald deel van de beurs had het moeilijk: de duurste aandelen, waaronder enkele spelers uit de technologiesector en bedrijven die actief zijn in de energietransitie.

Die waren door de gestage daling van de rente en de coronacrisis zo sterk gestegen, dat een correctie logisch en zelfs gezond is. Op de markten begon een prille terugkeer naar een normalere gang van zaken: het – zeldzame – aardse paradijs van positieve rente, stevige groei en inflatie "dicht bij, maar onder 2%", zoals het mantra van de ECB luidt. Toch is die terugkeer wel degelijk nog erg pril, want een groot deel van de Europese rente is voorlopig nog negatief. Bovendien is de zogeheten 'reële' rente (de nominale rente verminderd met de inflatie) nog overal 'bevroren' onder 0%, want de verwachte inflatie op lange termijn in de eurozone ligt momenteel rond 1,3%1, veel hoger dan de meeste staatsobligatierentes in de regio.

De oorsprong van die plotse dooi ligt helaas niet in de eurozone, maar in de Verenigde Staten. Daar is de tienjaarsrente gestegen van bijna 0,90% begin dit jaar naar recent meer dan 1,50%, het niveau van vóór de coronacrisis. Het samenspel van dalende besmettingscijfers, een soepeler monetair beleid ten aanzien van de inflatie en een uiterst daadkrachtig begrotingsbeleid sinds de komst van Joe Biden biedt er uitzicht op een forse groeiversnelling in 2021, een gezwind herstel van de consumptie en een normaler inflatiepeil. Die elementen zijn in Europa weliswaar ook aanwezig, maar veel minder uitgesproken. Zoals ook geldt voor de vaccinaties en de digitalisering en op heel wat andere vlakken is de eurozone slechts meegesurft op de golf van beterschap in de VS.

Kan deze beweging zich doorzetten? Eigenlijk moeten we daarop hopen, ook al zou dat de pijn vergroten voor bezitters van de duurste aandelen en obligatiehouders, die hun activa in waarde zouden zien dalen. Maar zou die tijdelijke pijn, die – los van eventuele besmetting – vooral buitensporig dure segmenten zou treffen, niet te verkiezen zijn boven stagnatie op een laag niveau? Positieve rentetarieven zouden de economie bevrijden uit een absurde situatie waarin overheden en de beste bedrijven betaald worden om geld te lenen.

In tweede instantie zouden daardoor wel ook andere zere plekken opnieuw gaan kloppen. Het zou met name weer duidelijk worden dat geld lenen normaliter ook geld kost. Overheden zouden niet langer zomaar schulden kunnen aangaan, "quoi qu’il en coûte"2. Belastingbetalers en ontvangers van staatssteun zouden het verschil voelen. Zover is het – in elk geval in Europa – echter nog lang niet. Het is niet uitgesloten dat tegen dan een deel van de overheidsschulden op een of andere manier is verdampt door toedoen van de centrale banken, die niet het risico zullen willen nemen dat de wereldwijde schuldengletsjer wegsmelt. Zo'n opwarming zou namelijk bijna even dramatische gevolgen hebben als die van de planeet.

Gelukkig is ze makkelijker binnen de perken te houden. De opwarming van het financiële klimaat mogen we dus wel toejuichen. Tegelijk rekenen we op de centrale banken om de pijn te milderen als het fenomeen aan kracht wint.

1 Swap op de vijfjaarsinflatie over vijf jaar in de eurozone, bron Bloomberg.
2 "Wat dat ook moge kosten", Emmanuel Macron, 2020.