Vanaf 1 januari verdwijnt een deel van de accijnskorting op brandstof. Daardoor wordt een liter benzine 5,6 cent duurder. Toch is de benzineprijs aan het einde van dit jaar juist gedaald. Brandstofexpert Derk Foolen van UnitedConsumers, legt uit wat automobilisten echt merken van de hogere accijns.
De benzineprijs is de afgelopen weken gedaald. In november bereikte de prijs nog het hoogste niveau van dit jaar, met € 2,202 per liter. Inmiddels ligt de prijs rond € 2,112 per liter.
“Deze daling laat zien dat de accijns niet de enige oorzaak is van wat je betaalt aan de pomp”, zegt Foolen. “De prijs van ruwe olie op de wereldmarkt weegt vaak zwaarder en die is de laatste tijd flink gedaald.”
De grafiek hieronder laat zien dat de benzineprijs de afgelopen maanden flink schommelde en sinds eind november duidelijk is gedaald. Met de hogere accijns per 1 januari in zicht, is de kans klein dat de benzineprijs tot die tijd nog veel verder zakt. Voor automobilisten betekent dit dat tanken vóór 1 januari waarschijnlijk goedkoper is dan daarna.
Volgens Foolen wordt de benzineprijs vooral bepaald door wat er wereldwijd gebeurt. “Economische onzekerheid, politieke spanningen en afspraken over olieproductie hebben direct invloed op de olieprijs. Als die daalt, zie je dat meestal terug aan de pomp, ook als de accijns stijgt.” Of de benzineprijs na 1 januari weer verder daalt, is daarom lastig te voorspellen. “Dat hangt minder af van de accijns en meer van de olieprijs”, licht Foolen toe. “Die wordt mede bepaald door hoeveel olie er beschikbaar is en hoeveel vraag er is vanuit grote landen.”
De accijnsverhoging per 1 januari 2026 staat vast, maar wat er daarna gebeurt is nog onduidelijk. Volgens Foolen hangt dat vooral af van keuzes die de overheid maakt en hoeveel geld er nodig is. “De overheid kan de accijns verhogen, maar wanneer dat gebeurt en hoe groot zo’n verhoging wordt, is nu nog niet te zeggen.”