Invesco: Markten zien Italië nog niet als probleem voor de eurozone

Beleggers beschouwen Italië vooralsnog als een lokaal probleem, en niet als een bedreiging voor de eurozone als geheel. Dat stelt Luca Tobagi, beleggingsstrateeg bij vermogensbeheerder Invesco .

De markten maken zich vooralsnog geen zorgen over een besmetting, constateert Tobagi op basis van zijn analyse van het renteverschil tussen Italië en Duitsland – traditioneel de ultieme veilige haven binnen de eurozone.

Tussen half mei en halverwege deze maand nam deze spread met ruim 125 basispunten toe. Die toename bestond voor ruim 87% uit een stijging van de Italiaanse tienjaarsrente, en voor bijna 13% uit een daling van de Duitse rente. De ‘vlucht naar veiligheid’ was dus relatief gering.

Dat is een scherp contrast met het dieptepunt tijdens de Europese schuldencrisis. Vlak voordat de ECB ingreep hielden beleggers serieus rekening met de mogelijkheid dat de eurozone uiteen zou vallen. Tussen 19 maart en 29 maart 2012 steeg de spread met 62 basispunten. 40% van dit extra renteverschil tussen Duitsland en Italië werd veroorzaakt door een dalende Duitse rente, als gevolg van een extra vraag naar veilige ‘bunds’ omdat beleggers perifere eurolanden – en daarmee de toekomst van de euro - steeds minder vertrouwden.

Een eerdere stijging van de spread, 124 basispunten tussen 1 november en 9 november 2011, liet een ander beeld zien: toen was de stijgende Italiaanse rente goed voor 85% van het toegenomen renteverschil. De toenemende paniek daarna leidde tot de ‘flight to safety’ die de Duitse rentes deed dalen. In juli van datzelfde jaar bezwoor ECB-president Mario Draghi de crisis met zijn beroemde ‘Whatever it takes’-speech, doelend op het feit dat hij er alles aan zou doen om de eurozone bij elkaar te houden.