Door June-Yon Kim, beheerder van het Lazard Japanese Equity fonds
Zelfs in een klimaat van toenemende mondiale onzekerheid zijn wij van mening dat de Japanse economie klaar is voor een transformatie dankzij drie samenwerkende krachten: inflatie, stijgende lonen en een veranderende risicobereidheid.
![]() June-Yon Kim |
Decennialang remde deflatie het economische groeipotentieel van Japan. Van 1995 tot 2021 daalden de prijzen van goederen, diensten en woningen of bleven ze stabiel, afgezien van tijdelijke stijgingen als gevolg van verhogingen van de consumptiebelasting.
Dat is recentelijk veranderd. De afgelopen vier jaar bleef de inflatie tussen 2% en 3% en hoewel deze momenteel hoger is dan de doelstelling van de centrale bank1, blijft ze gematigd in vergelijking met de inflatie in de VS, die de afgelopen jaren opliep tot 9%2.
We verwachten dat deze verschuiving een positief effect zal hebben op de consumptie, wat voor mensen buiten Japan misschien contra-intuïtief klinkt. Amerikaanse consumenten die gewend zijn aan hoge inflatie, associëren stijgende prijzen bijvoorbeeld met bezuinigingen.
Maar in Japan was het deflatie – en niet inflatie – die de consumentenbestedingen decennialang remde. In een omgeving met stabiele of dalende prijzen hebben consumenten de neiging om aankopen uit te stellen vanwege twee eenvoudige vragen: als de prijzen altijd dalen of stabiel blijven, waarom zou je dan niet wachten met kopen? En als inflatie zeldzaam is, waarom zou je dan prijsverhogingen in een bepaalde winkel accepteren?
In een omgeving van aanhoudende, gematigde inflatie – niet hoog genoeg om plotse prijsstijgingen te veroorzaken en niet zo wijdverbreid dat koopjesjagen onmogelijk wordt – denken wij dat consumenten deze manier van denken kunnen loslaten. Onderzoek van de Universiteit van Tokio wijst uit dat dit al het geval is. Uit een enquête onder ongeveer 11.000 Japanse consumenten blijkt dat zij sinds het begin van de inflatie meer bereid zijn zich aan te passen aan stijgende prijzen. In 2021 zei 57% van de Japanse consumenten dat ze van supermarkt zouden veranderen als de prijs van een regelmatig gekocht artikel met 10% zou stijgen. In 2023 was dat percentage gedaald tot 48%, wat erop wijst dat slechts twee jaar van gematigde inflatie de houding van consumenten al doet verschuiven naar een grotere acceptatie van stijgende prijzen.
Naarmate de prijzen stijgen, stijgen ook de Japanse lonen. Als gevolg van de shunto-onderhandelingen die elk voorjaar plaatsvinden tussen de vakbonden en werkgevers, zijn de lonen voor het eerst sinds 1991 met meer dan 5% gestegen. Tijdens de shunto-onderhandelingen van dit jaar streeft men naar een nog sterkere stijging van 6% voor het boekjaar 2025, dat in april van start ging3.
De loonsverhogingen van vorig jaar werden aangestuurd door grote bedrijven, die doorgaans al beter betaalde banen aanbieden. Maar tijdens de shunto van dit jaar zal men streven naar een grotere deelname van kleine en middelgrote bedrijven. Daarbij zal dezelfde boodschap als vorig jaar worden benadrukt: dat “structurele loonsverhogingen” geen kostenpost voor bedrijven zijn, maar een investering in de Japanse economie. Naast de shunto richt premier Shigeru Ishiba zich op het verhogen van de salarissen van de laagstbetaalde werknemers in Japan, met als doel een verhoging van het minimumloon met 42% tegen 2030.
Met een gematigde inflatie zouden de reële lonen van de werknemers – de lonen die ze overhouden na aftrek van de stijgende prijzen – aanzienlijk moeten stijgen. Dit betekent dat een groter deel van het salaris kan worden besteed aan discretionaire uitgaven of investeringen, wat beide de Japanse economie ten goede komt.
In deze nieuwe omgeving van stijgende prijzen en lonen heroverwegen Japanse burgers hun omgang met geld. Traditioneel staan Japanse huishoudens bekend om hun spaarzaamheid: meer dan de helft van hun vermogen (53%) wordt aangehouden in bankdeposito's en slechts 13% wordt in aandelen belegd. Ter vergelijking: slechts 13% van het vermogen van Amerikaanse huishoudens bestaat uit bankdeposito's en 39% uit aandelen4.
Het Japanse Nippon Individual Savings Account (NISA)-systeem, een belastingvrij persoonlijk beleggingsprogramma voor Japanse burgers van 20 jaar en ouder, wil hier verandering in brengen5. In 2024 verdubbelde NISA de jaarlijkse limiet voor ‘Ippan’-beleggingen (waaronder binnenlandse en internationale beursgenoteerde aandelen, ETF's en REIT's) van 1,2 miljoen yen naar 2,4 miljoen yen, en verdrievoudigde het de jaarlijkse limiet voor ‘Tsumitate’-beleggingen (waaronder langlopende gediversifieerde beleggingen, zoals beleggingsfondsen) van 400.000 yen naar 1,2 miljoen yen.
Hierdoor is de totale levenslange beleggingslimiet effectief verhoogd van 6 miljoen yen of 8 miljoen yen (afhankelijk van het type) naar 18 miljoen yen. NISA biedt nu ook de mogelijkheid om beide soorten beleggingen te combineren en heeft de belastingvrije periode gewijzigd van vijf jaar naar onbepaalde tijd. Deze stimuleringsmaatregelen hebben al geleid tot een aanzienlijke stijging van de beleggingen over de hele linie.
Opvallend is de stijging van de Ippan-beleggingen. Dit wijst waarschijnlijk op de bereidheid van Japanse burgers om agressiever te beleggen en loopt parallel met een andere veelbelovende trend: een daling van de contante geldposities. Uit gegevens van de Bank of Japan blijkt dat de contante geldposities van Japanse huishoudens sinds 2021 gestaag (en vrij sterk) dalen. Dat wijst erop dat huishoudens minder geneigd zijn om ‘geld onder het matras’ te bewaren uit bezorgdheid over de groeivooruitzichten van de economie.
Naar onze mening markeren stijgende prijzen, stijgende lonen en stijgende investeringen een keerpunt voor de Japanse economie. Wij zijn van mening dat deze drie structurele verschuivingen de Japanse economie uit de decennialange stagnatie zullen helpen halen en een nieuwe groeifase zullen inluiden. Daardoor wordt Japan een aantrekkelijke markt voor beleggers die willen profiteren van het herstel van de ontwikkelde markten.
Door deze trends te begrijpen, kunnen beleggers zich positioneren om te profiteren van de aanhoudende economische groei in Japan.