State Street SPDR ETFs concludeert in de Bond Compass over het vierde kwartaal dat kortere looptijden aantrekkelijk blijven, ook nu de Federal Reserve (Fed) is begonnen met een renteverlagingscyclus.
Zwakke arbeidsmarktcijfers wogen zwaarder dan zorgen over aanhoudend hoge inflatie, waardoor de Amerikaanse centrale bank besloot de rente te verlagen. De markt rekent inmiddels op een reeks verlagingen die de beleidsrente tegen eind 2026 tot rond de 3 procent brengen.
“Dat komt grotendeels overeen met de verwachtingen van State Street Investment Management, al heeft de markt de neiging gehad om de snelheid van verlagingen te overschatten. De markt loopt vaak vooruit op de werkelijkheid als het gaat om renteverlagingen,” zegt Jason Simpson, Fixed Income Strategist bij State Street SPDR ETFs.
Bovenstaande figuur toont de actuele 1-maands Overnight Index Swap (OIS)-rente, de zesmaands forward van diezelfde rente, en de 1-maandsrente met een vertraging van zes maanden. Wat opvalt is dat de vooruitgeschoven 1-maandsrente sinds september 2023 consequent onder de actuele rente ligt, een teken dat beleggers al geruime tijd op renteverlagingen rekenen. Terugkijkend blijkt echter dat die verwachtingen vaak te optimistisch waren. De voorspellingen voor begin 2024 kwamen nog redelijk overeen met de werkelijkheid, maar richting het einde van het jaar nam de overschatting weer toe, wat duidt op onzekerheid over de mate van monetaire versoepeling.
Sinds de 1-maandsrente eind 2024 haar dieptepunt bereikte, blijft de markt ervan uitgaan dat de volgende beweging neerwaarts zal zijn. Het huidige niveau van de zesmaands forward-rente bevindt zich dicht bij eerdere pieken, wat het kwetsbaar maakt voor een correctie.
“Een toenemende consensus over een recessie zou de rente verder kunnen drukken, maar dat is niet ons basisscenario, dat juist uitgaat van een groeiherstel in 2026. Deze asymmetrische risicoverdeling pleit voor voorzichtigheid met te veel renterisico,” aldus Simpson
Ook vanuit rentecurveperspectief is voorzichtigheid geboden. Onderstaande figuur vergelijkt de totale rendementen van staatsobligaties met verschillende looptijden tijdens de eerste fase van de vorige renteverlagingscyclus. Langlopende obligaties boekten de grootste winst in de aanloop naar de eerste renteverlaging. Zodra de renteverlagingen daadwerkelijk werden doorgevoerd, leverden kortere looptijden meer rendement.
“In de eerste fase van renteverlagingen blijken kortlopende staatsleningen vaak de aantrekkelijkste rendementen te bieden. Zolang de beleidsrente nog rond de 4,25 à 4,5 procent ligt, blijft dat segment interessant. Naarmate de rente verder daalt, nemen die rendementen af en verschuift de aantrekkelijkheid richting het middensegment van de curve.
Yields verderop langs de curve zullen naar verwachting minder dalen – een teken van een zogenoemde ‘bullish steepening’. Daardoor kan het aantrekkelijk zijn om enigszins verder op de curve te bewegen, bijvoorbeeld naar looptijden tussen drie en zeven jaar, zonder het risico van de langste obligaties op te zoeken,” concludeert Simpson.
Toch blijft voorzichtigheid geboden. De Amerikaanse begrotingspositie zal volgens consensus niet verbeteren. De raming van Bloomberg voor het begrotingstekort als percentage van het bbp is verslechterd van -6,2 procent in 2025 naar -6,5 procent in 2026. Blijvende inflatiezorgen en politieke druk op de onafhankelijkheid van de Fed zorgen bovendien voor onrust bij beleggers.