NNIP houdt aandelen op neutraal, winstprognoses wel omhoog

  • Europese bedrijfswinsten lijken dieptepunt te hebben bereikt, de winstgroeiprognose voor 2019 is opgeschroefd
  • Voorspelde renteverlagingen kunnen een tegenwind voor financials zijn, maar zouden seculiere stagnatie kunnen verhinderen
  • We zien opwaarts potentieel in de groeigerichte, cyclische sectoren maar houden vast aan een neutrale positionering Er was sprake van een sterke Europese aandelenmarkt in de eerste helft van het jaar. De MSCI Europe Index is met 16,6% gestegen, ondanks tegenwind op meerdere fronten als gevolg van oplopende handelsspanningen, afzwakkende economische groei en binnenlandse politieke problematiek. Wat kunnen we voor de tweede helft van het jaar verwachten?

    Maartengeerdink
    Maarten Geerdink

    Wat NN Investment Partners (NN IP) betreft zijn de Europese bedrijfswinsten het dieptepunt gepasseerd. Het momentum is sterk verbeterd en ook onze winstgroeiprognose voor het hele jaar is verhoogd tot 4,7% (begin juni: 4,4%). De vooruitzichten voor de marges van bedrijven blijven onzeker; ze hebben zich goed hersteld maar de rek lijkt er een beetje uit te zijn. Omzetgroei is de belangrijkste katalysator voor deze marges, omdat dit compensatie biedt aan de stijgende grondstofprijzen en lonen. Dit vraagt om gunstigere vooruitzichten op macroniveau en een betere prijszettingskracht van bedrijven. Gelukkig zijn de meest recente gegevens van de Purchasing Manager Index (PMI) voor Europa bemoedigend en blijft de binnenlandse economie veerkrachtig. Gezien de exportafhankelijkheid is Europa echter ook gevoelig voor ontwikkelingen in de wereldhandel. Dit verzwakt de prijszettingskracht en heeft centrale banken ertoe aangezet om hun inspanningen op te voeren.

    Monetair beleid en winststabilisatie zijn essentieel voor aandelenprestaties

    NN IP volgt het monetaire beleid dan ook op de voet. In juni hebben zowel de ECB als de Federal Reserve gezinspeeld op mogelijke renteverlagingen vanaf juli. Voor Europese aandelen is dit een soort tweesnijdend zwaard, want een lagere rente voor langere tijd is ongunstig voor de financiële sector, die 18% van de index vertegenwoordigt. Als “waardemarkt” presteert Europa het best wanneer de vooruitzichten voor mondiale groei verbeteren en de rendementen stijgen. Deze tariefverlagingen zijn echter noodzakelijk (een “verzekering”) om de toenemende angst voor seculiere stagnatie tegen te gaan. Deze angst heeft Japan al jaren in zijn greep en heeft de risicopremies op aandelen flink opgedreven, namelijk 7,6% in Japan tegen 6,8% in Europa.

    De stabilisatie van de winst en een inschikkelijk monetair beleid zijn cruciale waarderingsfactoren. In absolute termen wordt de Europese aandelenmarkt verhandeld tegen een koers/winstverhouding van circa 15 (over de winst van de afgelopen 12 maanden) en kent daarmee een korting van 12% ten opzichte van het gemiddelde op lange termijn. In vergelijking met de mondiale aandelenmarkt is deze korting bijna 15%. In de afgelopen 20 jaar is een dergelijke hoge korting alleen voorgekomen tijdens recessieperiodes. Gematigde cijfers lijken dus al te zijn ingeprijsd, een recessie daargelaten. Betere winstvooruitzichten gecombineerd met een soepeler beleid van centrale banken kunnen ervoor zorgen dat de waarderingen niet meer zakken of zelfs omhoog gaan.

    Tot slot kent Europa een lage positionering van beleggers, wat de markt ten goede komt. De onzekerheid die is veroorzaakt door handelsconflicten en binnenlandse politiek heeft zijn weerslag gehad op het sentiment en de risicobereidheid van beleggers. Hierdoor richten zij zich meer op defensieve sectoren en bond proxies dan op groeigerichte, cyclische sectoren. Dit betekent dat er bij economische vooruitgang nog steeds opwaarts potentieel is voor deze segmenten, die 62% van de markt vertegenwoordigen inclusief de financiële sector (44% zonder de financiële sector).

    Economisch herstel duidt op kansen voor cyclische fondsen, maar vooralsnog blijven we neutraal

    Maarten Geerdink, hoofd Europese aandelen: “Binnen onze Europese dividendstrategieën behouden we momenteel een neutrale positionering wat betreft cyclische versus defensieve sectoren. Voor een cyclische oriëntatie moeten we namelijk eerst bevestiging zien dat de economische omstandigheden zijn verbeterd. Binnen de defensieve sector zijn we terughoudend op de markt voor zeer luxe en duurzame consumentengoederen en bond proxies (voedingsmiddelenproducenten en gereguleerde nutsbedrijven) en richten we ons op de aantrekkelijker geprijsde segmenten binnen de defensieve sector, zoals bepaalde basisconsumentengoederen (voedingsmiddelenconcern Ahold Delhaize[1]) en farmaceutische bedrijven (Roche en Sanofi). Bij de cyclische sectoren zien we kansen in hoogwaardige namen met doorgroeimogelijkheden. Hoogwaardige bedrijven zoals Siemens, Prysmian, Covestro en CRH moeten volgens ons profiteren van betere macro-omstandigheden, maar kunnen door het verbeteren van bedrijfsspecifieke elementen ook waarde ontsluiten.”

    Het algemene beleggerssentiment is verre van uitbundig, maar er is waarschijnlijk meer duidelijkheid nodig over de politieke risico's (de situatie in Italië en de Brexit kunnen maandenlang aanhouden) en macrogegevens om het recente economisch herstel te bevestigen. Als dit economisch herstel zich in de komende maanden duidelijker gaat manifesteren, zien we veel kansen voor groeigerichte cyclische fondsen zoals de sectoren industrie en basismaterialen. Verdere fiscale stimuleringsmaatregelen in Europa zouden een grote positieve verrassing zijn en een extra impuls geven aan de aandelenmarkten.

    [1] Uitsluitend bedoeld ter illustratie. Bedrijfsnamen, uitleg en argumenten worden als voorbeeld gegeven en vormen geen aanbeveling om het betreffende aandeel te kopen, te houden of te verkopen.