Invesco: voor staatsleningen nu VS favoriet

Alexmillar
Alex Millar

Invesco publiceert vandaag de vijfde editie van zijn Invesco Global Sovereign Asset Management Study*, het jaarlijkse diepgravende onderzoek naar het complexe beleggingsgedrag van staatsinvesteringsfondsen en centrale banken. Dit jaar blijkt dat geopolitieke onzekerheid en beperkte mogelijkheden voor het vergroten van de allocatie aan risicovolle activa tot gevolg hebben dat staatsfondsen wereldwijd minder veranderingen in hun allocatie doorvoeren dan op enig tijdstip in de afgelopen vijf jaar, ondanks het feit dat de kloof tussen beoogd en gerealiseerd rendement steeds verder toeneemt.

Het onderzoek werd dit jaar uitgevoerd middels persoonlijke gesprekken met 97 staatsfondsen en beheerders van centralebankreserves wereldwijd die gezamenlijk een waarde van $12 biljoen** aan activa vertegenwoordigen. Aan de respondenten werd gevraagd het belang aan te geven van verschillende economische en geopolitieke factoren voor hun beleggingsstrategieën.

Staatsfondsen zien de lage rentevoeten als de belangrijkste tactische asset-allocatiefactor , de drijvende kracht achter de toenemende allocatie aan vastgoed nu staatsfondsen op zoek zijn naar alternatieve bronnen van inkomsten. De langere termijn implicaties zijn echter minder zeker, gezien de verwachting dat kwantitatieve verruiming geleidelijk plaats zal maken voor kwantitatieve verstrakking. In plaats van lage rentevoeten zullen de Brexit en de gevolgen van de Amerikaanse presidentsverkiezingen naar verwachting aan belang winnen (respectievelijk +82% en +68%) voor toekomstige allocaties, naarmate de impact van deze politieke verschuivingen op de beleggings­performance duidelijker wordt.

Trump op kop

Staatsfondsen hebben de Amerikaanse markt in de afgelopen drie jaar beoordeeld als de nummer één op het gebied van aantrekkelijkheid, en ook dit jaar behoudt de VS zijn koppositie met een score van 8,0 (van tien te behalen punten) . De VS komt ook als winnaar uit de bus in termen van feitelijke allocaties, met 37% van de respondenten die melding maakt van nieuwe stromen naar de VS in 2016 met een ‘overweight’ positie ten opzichte van de totale portefeuille – hoger dan enige andere regio – en per saldo 40% is voornemens deze ‘overweight’ positie verder uit te bouwen in 2017. Ter vergelijking: bij slechts 4% was sprake van ‘underweight’ op nieuwe stromen in 2016, en 4% was voornemens hetzelfde te doen in 2017 – de rest (59% in 2016 en 56% in 2017) heeft de weging niet aangepast en is evenmin voornemens dat te doen.

Deze aantrekkelijkheid is voornamelijk toe te schrijven aan de renteverhogingen en het vertrouwen van de markt in een bedrijfsvriendelijk belastingregime na het aantreden van Trump als president in januari 2017. Het vertrouwen in de lange termijn is echter nog broos door onzekerheid over de vraag of Trump zijn beleidsbeloften kan inlossen, en tegenover het vooruitzicht van mogelijke investeringen in de infrastructuur van de VS staat bezorgdheid over toenemend protectionisme, wat de toegang voor buitenlandse investeerders zal beperken.

Dalende allocaties aan VK hangen samen met waarde van het pond; vooruitzichten lange termijn vooralsnog stabiel Het VK zag zijn aantrekkelijkheid voor staatsfondsen het sterkst afnemen, van 7,5 vorig jaar naar 5,5 dit jaar. De Brexit wordt gezien als een significant negatieve factor voor investeringen in het VK en staatsinvesteringsfondsen*** met Europese belangen plaatsten vraagtekens bij de toekomst van het VK als ‘investeringshub’ voor Europa, gegeven de onzekerheid over invoerbelastingen en de markttoegang.

De allocaties van staatsfondsen aan het VK namen in 2016 af: 33% van de respondenten gaf aan een ‘underweight’ toe te kennen aan nieuwe stromen naar het VK (hoger dan enige andere regio), tegenover 13% die gewag maakte van nieuwe posities met ‘overweight’ aan het VK, terwijl de rest (54%) te kennen gaf geen veranderingen te hebben aangebracht. Wordt echter rekening gehouden met de daling van het Britse pond, dan blijven de allocaties in het VK relatief stabiel. De genoemde afname van de allocaties met 15% heeft waarschijnlijk meer te maken met de daling van 16% van GBP ten opzichte van USD dan met beëindigde allocaties . Bovendien heeft de depreciatie van het Britse pond geleid tot een hausse in Engelse aandelen.

Vooruitblikkend, verwacht 41% van de staatsfondsen in 2017 nieuwe ‘underweight’ posities in te nemen tegenover slechts 5% die nieuwe ‘overweight’ posities in het VK plant. De meerderheid (54%) is echter niet van plan om enige verandering aan te brengen in de weging van hun allocaties, aangezien zij met een beoordeling van de waarschijnlijke langere-termijnimpact van de Brexit willen wachten.

Alex Millar, hoofd EMEA Sovereigns en Institutional Sales Midden-Oosten en Afrika bij Invesco : “Ondanks het duidelijk negatieve sentiment rond het Verenigd Koninkrijk hebben veel staatsfonsen hun lange-termijn verplichtingen jegens bestaande investeringen in het VK na de Brexit bekrachtigd – met name vastgoed en verschillende spraakmakende infrastructuurinvesteringen, waaronder Thames Water en Heathrow Airport. Het is onwaarschijnlijk dat ze zich zullen terugtrekken voordat de vooruitzichten voor het VK als voorkeursbestemming voor beleggers duidelijker worden.”

Duitsland van cruciaal belang in continentaal Europa

De allocaties van staatsfondsen in continentaal Europa gaven een daling te zien, van 12,8% van de AUM afgelopen jaar tot 11,2% dit jaar, aangezien het risico van verder uiteenvallen van de EU leek toe te nemen. Duitsland onderscheidt zich daarentegen van zijn Europese buren als een van de meest aantrekkelijke investeringsbestemmingen wereldwijd voor staatsfondsen en zag de allocaties toenemen van 7,0% vorig jaar tot 7,8% dit jaar. De populariteit van Duitsland is toe te schrijven aan de gepercipieerde status van ‘veilige haven’, en de positieve houding tegenover Duitsland werd versterkt door de sterke economie van het land.

Vastgoed als bron van inkomsten nu nieuwe overheidsbijdragen dalen

De rendementsomgeving is over het geheel genomen uitdagend gebleven voor staatsfondsen en grote institutionele beleggers, die gemiddeld 2% zijn achtergebleven bij hun streefrendementen . In de afgelopen drie jaar hebben overheden op de zwakke economische omstandigheden gereageerd door nieuwe bijdragen aan staatsfondsen te beperken (gemiddeld van 8% in 2015 tot 5% in 2017) en investeringen te annuleren (een daling van -1% in 2015 naar -3% in 2017) .

Aangezien investeringen in real assets over het algemeen lastiger worden door een afname van kansen in infrastructuur en private equity, zoals uiteengezet in het in 2016 uitgevoerde onderzoek, en 71% van de sovereign investors te kennen geeft een ‘underweight’ blootstelling aan infrastructuur te hebben toegekent als gevolg van uitvoeringsproblemen dit jaar, blijven de investeerders zoeken naar vergelijkbaar aantrekkelijke beleggingsrendementen via investeringen in vastgoed.

Meer dan twee derde (67%) van de respondenten gaf aan dat wereldwijd vastgoed bij hen een hoge weging had in 2016, en 46% is voornemens de posities dit jaar verder uit te bouwen. De cijfers laten een soortgelijk positief beeld zien voor vastgoed in de eigen markt: 58% heeft de portefeuille-allocatie aan de eigen markt vergroot in 2016 en 38% verwacht de allocatie dit jaar verder te vergroten . Sterker nog, de investeerders vergrootten op jaarbasis hun allocatie aan vastgoed in de eigen markt gemiddeld in hogere mate (+1,2%) dan hun allocatie aan wereldwijd vastgoed (+0,3%).

De staatsfondsen noemen verschillende redenen voor vergroting van hun streefallocatie aan vastgoed, waaronder de kans op liquiditeitsalfa, de mogelijkheid inkomsten te genereren ter afdekking van middellange- tot lange-termijnverplichtingen en de mogelijkheden voor internalisering en controle. Vastgoed in de eigen markt bleek met name aantrekkelijk voor ALM-fondsen, omdat de valutablootstelling niet afgedekt hoeft te worden. De toename van allocaties aan de thuismarkt wordt weerspiegeld in vraag van staatsfondsen naar inkomsten-genererende vastgoedobjecten, waarmee de in lokale valuta genoteerde verplichtingen tegen hogere rendementen dan binnenlandse fixed income kunnen worden weggezet. Bijgevolg wordt de verschuiving naar vastgoed in de eigen markt in wezen gefinancierd door lagere allocaties aan vastrentende effecten.

De toename van allocaties aan internationaal vastgoed hing in veel gevallen samen met tactische factoren, zoals beperkingen in de eigen markt, achterblijvende streefallocaties aan infrastructuur of private equity. De investeerders prefereerden hoogwaardig kantoor- en commercieel vastgoed, aangezien de langlopende huurovereenkomsten een goede bron van inkomsten bieden, boven industrieel en residentieel vastgoed, die vermogensgroei en ontwikkelingspotentieel bieden. Ze verwachten dat kantoor- en commercieel vastgoed in de komende drie jaar elk 40% zullen uitmaken van hun totale vastgoedportefeuilles, terwijl industrieel en residentieel vastgoed naar verwachting respectievelijk 16% en 28% van de portefeuilles zullen uitmaken .

Alex Millar: “2016 was een uitdagend jaar voor staatsfondsen met zorgen over de mate van financiering, terwijl rendementsverwachtingen een punt van aandacht bleven tegen een achtergrond van macro-economische en politieke onzekerheid. De vraag naar alternatieven zoals infrastructuur is in de afgelopen jaren een consistent thema geweest, maar dit jaar is de uitdaging van een toenemend schaars aanbod verder vergroot. Aangezien de investeerders over minder hefbomen beschikken voor asset-allocatie, duiken ze dieper in de vastgoedmarkten, waar het aanbod groter is, en richten ze zich op de VS en Duitsland voor kansen en economische kracht.”

Ten slotte zei Alex Millar: “Staatsfondsen vormen een gevarieerde groep en uitdagingen beïnvloeden deze fondsen verschillend, afhankelijk van hun verplichtingen, risicobereidheid, financieringsdynamiek en andere factoren. Ons onderzoek laat opnieuw zien hoe deze uiteenlopende investeerders reageren op wereldwijde trends, nu ze steeds beter onderlegd zijn maar tegen beperkingen aanlopen als gevolg van zowel externe als interne regelgeving.”

* Dit is Invesco ’s vijfde sovereign asset management studie. In 2017 hebben we 97 verschillende staatsfondsen geinterviewd vergeleken met 77 in 2016. De bevindingen zijn gevalideerd met de zogenaamde ‘common cohort’ analyse van de 48 interviews die dezelfde ondernemingen in de afgelopen 4 jaar in het onderzoek waren betrokken. In deze studie definieren wij staatfondsen als beleggers die eigendom zijn van de staat, waaronder: standalone Sovereign Wealth Funds (SWFs), staatspensioenfondsen, Centrale Banken en overheidsministeries.

** Uitgevoerd door NMG Consulting: het totale vermogen beslaat $12.08 biljoen aan het einde van 2016.

*** Economische omstandigheden hebben een verschillende invloed op staatsfondsen met betrekking tot hun verplichtingen, risicobereidheid, funding dynamiek en andere factoren. Het Invesco Invesco Global Sovereign Investor Model categoririseert staatfondsen door de segmentatie te baseren op beleggingsdoeleinden:

Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
nieuws@analist.nl

Copyright analist.nl B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. Analist.nl doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.