Tweedeling in EM zorgwekkend aldus Schroders

In zijn laatste Global Financial Stability Report luidt het IMF de alarmbel over twee onderling samenhangende opkomende markten (EM) issues. Het IMF maakt zich zorgen dat de laatste financiële crisis zich gedeeltelijk zal herhalen, aangezien de financiering in dollars toeneemt, stelt Craig Botham, econoom opkomende markten bij Schroders.

Craigbotham
Craig Botham
Het IMF vindt het schuldplaatje zorgwekkend. Na een moeizaam 2018 lijkt de risicobereidheid terug te keren en tegelijkertijd zijn de rendementen van Amerikaanse Treasuries sterk gedaald. Het gecombineerde effect hiervan is dat fondsen naar de EM-schuldmarkten zijn getrokken, wat heeft geleid tot een verminderde kredietwaardigheid van EM-bedrijven en een toename van de kwetsbaarheid van sommige EM-economieën. Een groot deel van deze schuld is in dollars uitgedrukt, wat verband houdt met de tweede zorg van het IMF over de stijging van de in dollars uitgedrukte kredietverlening door niet-Amerikaanse banken. In veel economieën, en in de meeste onderzochte EM-economieën, wijst het IMF erop dat het aandeel van de activiteiten in dollars sinds de wereldwijde financiële crisis is toegenomen.

Dit is van belang omdat het tijdens de crisis juist de niet-Amerikaanse banken, die in dollars uitleenden, de overdragers van financiële stress bleken te zijn. Aangezien hun vermogen dollars te verkrijgen om leningen te blijven verstrekken, zetten zij de de financiële systemen van hun eigen land en de systemen en economieën van andere landen waaraan zij hadden uitgeleend, onder druk. Opkomende markten, die het minste toegang hebben tot alternatieve financieringsbronnen, in dollars of andere valuta's, werden hierdoor het hardst getroffen.

Hoewel de financiering in dollars vandaag de dag ruimschoots aanwezig lijkt, zou een blik op de recente Amerikaanse repo-markt duidelijk moeten maken hoe eenvoudig betrekkelijke rust kan omslaan.

Verbetering sinds taper tantrum

Botham wijst erop dat de exposure in de opkomende markten niet uniform is. Het probleem zit hem niet zozeer bij langlopende schuld, maar meer in kortlopend schuldpapier in dollars. Sinds de Taper Tantrum in 2013 is de situatie in de opkomende markten verbeterd. Zij zijn nu beter in staat schokken in de dollarfinanciering op te vangen.

Indien dollarfinanciering structureel duurder wordt door monetair beleid of geopolitieke spanningen, dan ziet het plaatje er minder rooskleurig uit. Chili, Turkije, Peru en Mexico springen er dan uit met een relatief hoge blootstelling aan de dollar. Opkomende markten hebben wel een aantal lessen getrokken uit de crises. Zij hebben hun blootstelling aan kortlopende schuld in harde valuta beperkt. Het is de totale schuldpositie die zorgen baart.

Zorgen concentreren zich in Latijns-Amerika

Er zijn alternatieven voor dollarfinanciering, maar die zijn niet altijd voldoende voorhanden. Als Botham kijkt naar het totale plaatje met alternatieven, zoals omvang van export, valutareserves en soms kan ook een gezond banksysteem uitkomst bieden, dan ziet het er voor Latijns-Amerika niet goed uit. Daar zijn diverse economieën met een hoge blootstelling aan korte en langere dollarschuld. Turkije is de zwakke broeder in Europa, Indonesië in Azië en Zuid-Afrika in Afrika. In sommige gevallen kan het lokale banksysteem fungeren als een kussen bij het opdrogen van dollar-financiering.