‘Japanisering' van Europa? Wat zijn overeenkomsten en verschillen Japan en eurozone?

Stevent Europa af op dezelfde economische malaise af als in het land van de rijzende zon? Azad Zangana, Europees econoom bij Schroders, zet de overeenkomsten en verschillen tussen de de eurozone en Japan op een rij.

Azadzanganaschroders
Azad Zangana
De economische malaise waarin Japan zich sinds de negentiger jaren bevindt, is zodanig dat ‘Japanisering’ een begrip is geworden. Het wordt gebruikt om een economie te beschrijven die op dezelfde weg lijkt te gaan als Japan en een lange periode van lage groei tegemoet kan zien. Sinds de bubbel in 1990 barstte, wordt de economie van Japan geconfronteerd met decennia van stagnatie. Onlangs trokken diverse analisten een parallel tussen Europa en Japan. Zij wijzen dan op het gebrek aan groei, de dreigende deflatie en negatieve rente om aan te geven dat de Japanisering van Europa aanstaande is.

,h2>Maar is dat terecht?

Om hierachter te komen, heeft Zangana de onderliggende oorzaken en de daaropvolgende ontwikkeling van Japan in de jaren negentig van de vorige eeuw onderzocht. Vervolgens heeft hij deze vergeleken met de huidige situatie in de vier grootste lidstaten van de eurozone: Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Hij ziet overeenkomsten maar ook grote verschillen tussen de economische grootmachten.

Drijfveren van groei

Er zijn grote verschillen tussen de groei in Japan na de crisis van de negentiger jaren en Europa na de financiële crisis. In Japan kelderden de bedrijfsinvesteringen, wat een negatief langetermijneffect had op de productiviteit. In Europa zijn de kapitaalinvesteringen minder hard gedaald en deze nemen ondertussen weer toe.

Arbeidsmarkt

Zowel in Japan als in Europa is de demografische ontwikkeling zwak en arbeidsuren in Europa dalen. Maar er is in Europa wel ruimte voor verbetering door de arbeidsparticipatie van ouderen en vrouwen te bevorderen. De werkloosheid is in Europa ook hoger dan hij was in Japan, wat suggereert dat als er banen gecreëerd kunnen worden, er potentiële groei van de vraag mogelijk is. Een ander belangrijk verschil is de migratie. In Europa kan voor een deel de vergrijzing opgevangen worden met immigratie.

Inflatie

Japan en Europa kampen met lage inflatie. In Japan werd de loongroei geraakt door de werkloosheidscijfers. De arbeidsmarkt bleef onbewogen onder wijzigingen in het BBP. Ondanks de diepe recessie groeide de werkloosheid nauwelijks. Lonen daalden niet, terwijl de productiviteit laag bleef.

In Europa is de inverse relatie tussen werkloosheid en loongroei verzwakt op nationaal niveau, maar niet op eurozone niveau. In de eurozone reageerde de werkgelegenheid op de veranderingen in BBP en vraag. Dat biedt ruimte voor herstel van de loongroei.

Export ,/h2>

Zowel Japan als Europa hebben een belangrijke exportindustrie en zijn exporteurs van kapitaal. Maar Japan is meer afhankelijk van de export voor haar economische groei dan Europa, dat ook kan terugvallen op de binnenlandse vraag.

Begrotingsbeleid

Beide regio’s hebben de schuld flink zien stijgen, maar Europa kent een strikter begrotingsbeleid dan Japan dat de bestedingen flink heeft opgevoerd in de afgelopen decennia. In de eurozone wordt juist bezuinigd om de overheidstekorten te reduceren.

Monetair beleid

Ook op dit vlak zijn er grote overeenkomsten. De ECB is agressiever te werk gegaan dan de Japanse centrale bank. Dat valt echter te verklaren vanuit de beperkingen door de monetaire unie en het gebrek aan risicodeling.

Over het algemeen genomen zijn de overeenkomsten in monetair beleid groot.

Valuta

Een belangrijk verschil was de mate waarin de ECB succes had met de depreciatie van de eigen valuta, terwijl de yen juist sterk apprecieerde. Dit is mogelijk een van de belangrijkste redenen waarom Japanisering aan de eurozone voorbij is gegaan.

Sociale orde

In Europa kan het protest op straat luid klinken als antwoord op bijvoorbeeld migratie of bezuinigingen. Dat is ondenkbaar in Japan, waar solidariteit en sociale orde tot de kern van de cultuur behoren, wat de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt na het uiteenspatten van de bubble helpt verklaren.

Het gevolg daarvan was tientallen jaren van onderbezetting, matige productiviteit, lage loonstijgingen en deflatie. In Europa zullen populistische partijen steun krijgen als er veranderingen noodzakelijk zijn. Zwakke macro-economische resultaten zijn daarom minder houdbaar in Europa omdat de bevolking dan snel voor verandering zal stemmen.

Zangana ziet veel overeenkomsten tussen Europa vandaag en Japan sinds de Azië-crisis. Er staan grote uitdagingen te wachten voor de eurozone, met name op het gebied van demografische ontwikkelingen en vergrijzing. Maar de macro-economische en politieke verschillen zijn dermate, dat Europa gevrijwaard blijft van Japanisering.