La Financière de l'Echiquier: niet toegeven aan paniek

Door Enguerrand Artaz, beheerder La Financière de l'Echiquier

Het zag er meermaals naar uit dat risicovolle activa zouden opleven, maar uiteindelijk eindigden ze de week toch in de min. Dat is enigszins verrassend, want er was belangrijk nieuws te melden: de Fed besliste afgelopen week om niet te wachten tot haar volgende vergadering op 17 en 18 maart en verlaagde de rente met 0,5%. Die onverwachte ontwikkeling zorgde heel even voor euforie, maar kon beleggers uiteindelijk niet overtuigen en leidde zelfs tot een daling van de indexen. De verklaring voor die op het eerste gezicht bevreemdende reactie is volgens ons drieledig.

Ten eerste speelt de marktpsychologie een rol. Beleggers hebben namelijk de neiging om te anticiperen op verwachte ontwikkelingen en hun posities weer te sluiten zodra die zich hebben voorgedaan. Ze waren nog maar net begonnen de aanpassing waarop Jerome Powell had gezinspeeld in de koersen te verrekenen, toen de Fed van haar gebruikelijke timing afweek en de markt verraste. De marktdeelnemers waren wellicht meer op hun gemak geweest als de ingreep van de centrale bank langer en vaker in het vooruitzicht was gesteld.

Ten tweede riepen de omvang en het tijdstip van de renteverlaging vragen op. De laatste maal dat de Fed op die manier handelde, was in oktober 2008, drie weken na het faillissement van Lehman Brothers. Bij sommige beleggers kan de beslissing dan ook de indruk gewekt hebben dat de situatie ernstiger is dan gedacht. Anderen hechten daar weinig geloof aan. Het klopt dat de precieze gevolgen van de coronavirusepidemie voor de economie moeilijk te meten zijn en mogelijk worden onderschat. Wij denken echter dat in de huidige economische cyclus de relatie tussen de centrale banken, de economie en de markten ingrijpend is veranderd. De markten hebben ten aanzien van de beslissingen van de centrale banken ontegenzeggelijk enige afhankelijkheid ontwikkeld, maar het omgekeerde is ook waar. De ingreep van de Fed lijkt ons eerder het gevolg van overdreven preventie dan een reactie op een ramp die zich nog moet voltrekken. Tot slot – en dat is wellicht het sterkste argument – begint de markt te twijfelen aan de doeltreffendheid van monetaire verruimingsmaatregelen als die niet gepaard gaan met begrotingsstimuli en directe steun aan de economie. Die vrees wordt nog versterkt door het verkiezingsklimaat in de VS, dat niet echt bevorderlijk is voor verregaande maatregelen, en door de Europese beleidsmakers, waarvan te betwijfelen valt of ze een gecoördineerde reactie in de steigers kunnen zetten. De nationale overheden staan bovendien zo sterk in de schijnwerpers dat niet geheel valt uit te sluiten dat zij soms buitensporige maatregelen nemen (massale sluitingen, stilleggen van vervoer enz.) en zo de negatieve gevolgen voor de groei nog vergroten.

Aangezien sommige maatregelen psychologischer van aard en minder geloofwaardig zijn dan anderen, versterken ze de emotionele impact van de epidemie, kort na een uitzonderlijk jaar voor de aandelenmarkten, die in 2019 met 20% tot 30% gestegen zijn, terwijl de bedrijfswinsten per saldo stagneerden. Hoewel wij het vertrouwen in de fundamentele factoren van de economie en het reactievermogen van centrale banken en overheden behouden, kan niet worden uitgesloten dat de markten verder inzakken en we in een 'bear market' verzeild raken. In dat geval zal het zaaks zijn gedisciplineerd te blijven. Langetermijnbeleggers zullen geduld moeten oefenen en de gedaalde waarderingen moeten aangrijpen om te beleggen in aandelen van goede kwaliteit. Beheerders van gemengde portefeuilles zullen snel en doordacht moeten reageren. En voor beide geldt: niet toegeven aan paniek! Over een beleggingstermijn van meerdere jaren bekeken vlakt de beurs correcties van 10% of 20% namelijk altijd uit.