Moet de staatsschuld in handen van de centrale banken worden kwijtgescholden?

Door Florent Delorme, macroanalist bij M&G Investments

Florentdelorme
Florent Delorme
De massale schuldenlast van overheden roept bij sommigen de vraag op of de centrale banken misschien moeten overwegen deze schulden van hun balansen te wissen, aangezien ze overheidsemittenten toch al een tiental jaren met hun kwantitatieve versoepelingsprogramma's financieren. Dat zou bovendien een manier zijn om de huidige kwijtschelding, die discreet aan de gang is, officieel te maken. De omvang van de balansen van centrale banken is immers nog nooit verminderd (afgezien van een mislukte poging door de FED) en na afloop van de looptijd van de effecten in bezit worden er weer nieuwe aankopen gedaan. Is dat niet al een vorm van kwijtschelding van schulden?

Zo krijgt een nieuwe conceptuele omgeving vorm, waarin het drukken van geld ervoor zorgt dat staten zonder eisen kunnen aflossen. Datzelfde zou zelfs voor private emittenten kunnen gelden omdat we binnenkort ook het schrappen van privéschulden van de balansen van de centrale banken tegemoet kunnen zien. De recente beslissingen van de FED en de ECB over de uitbreiding van hun inkoopprogramma's met emissies in de high yield-categorie zijn een eerste stap in die richting.

Omdat het schrappen van schulden nogal gevoelig ligt, hebben sommigen het liever over de inkoop van door staten uitgegeven eeuwigdurende schulden tegen een zeer lage rente. Dat komt er min of meer op neer dat binnenkort uitgegeven schulden meteen al worden kwijtgescholden.

Anderen willen nog minder provocerend overkomen en spreken slechts de wens uit voor een langdurig regime van negatieve nominale rentes, met bijvoorbeeld richtrentes lager dan -3%. Daarmee kan op termijn de schuldenlast zelfs in een context van zwakke inflatie met behulp van negatieve reële rentes verlicht worden.

Voor wat betreft het idee om schulden te wissen, wijzen sommigen erop dat dit momenteel, bijvoorbeeld in het geval van de ECB, juridisch onmogelijk is. Maar onder druk van de gebeurtenissen kunnen het wettelijke kader en de interpretatie daarvan wijzigen. De recente ontwikkelingen van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank, en dan vooral het ongehinderd verdelen van de inkoop van staatsschulden, zijn daar het meest recente voorbeeld van.

Critici van deze onorthodoxe voorstellen noemen de risico's op de terugkeer van inflatie, de schok op de markten en een vlucht uit contanten. In werkelijkheid is de deflatoire druk door de mondialisering zodanig dat er voldoende speelruimte bestaat voor geldschepping. De inflatie zal niet op korte termijn terugkeren. Als we daarnaast zien hoe weinig ongerustheid onconventioneel monetair beleid in de afgelopen tien jaar teweegbracht bij zowel marktspelers als economische beleidsmakers, valt het te betwijfelen of het vertrouwen in de valuta zal verdwijnen of dat er zich een schok op de markt zal voordoen als de schulden die nu op de balansen van de centrale banken staan, worden kwijtgescholden.

We kunnen er dus eigenlijk wel op gokken dat de uitvoering van deze maatregelen, die op het eerste gezicht tegen het gezonde verstand lijken in te gaan - maar wie zegt dat negatieve rentes of het niet-terugbetalen van schulden vanzelfsprekend zijn? - door de markt, huishoudens en bedrijven geaccepteerd of zelfs toegejuicht zullen worden. Hebben we in de afgelopen jaren economische partijen zich van hun euro's zien ontdoen omdat een balansverruiming van de centrale bank ze afschrikte? Hebben we beleggers effecten uit de eurozone zien afstoten? Nee, een verlies van vertrouwen is waarschijnlijk nog niet voor meteen en het is begrijpelijk waarom voorstanders van deze onconventionele theorieën in de verleiding komen om het voordeel ervan te verhogen.

Kortom, we zien dus geen technische obstakels voor de uitvoering van deze maatregelen, noch een risico op een snelle ontwrichting van de markt. Maar er bestaat een ander, minder technisch, risico dat soms genoemd wordt maar dat zo verraderlijk is dat het bovenaan de lijst van argumenten zou moeten staan van de tegenstanders van deze onorthodoxe ideeën: de geleidelijke uitholling van waarden als inzet en verantwoordelijkheid, zonder welke geen enkele economie duurzaam welvarend kan zijn.