Capital Group over de Amerikaanse verkiezingen: Focus op de lange termijn

Voor beleggers is het soms moeilijk om voorbij de korte termijn te kijken. Amerikaanse verkiezingscampagnes vergroten op zich al negatieve emoties en verdeeldheid, maar nu komt daar nog een dodelijke pandemie, een wereldwijde recessie, maatschappelijke onrust en extreme marktvolatiliteit bij.

Toch loont het de moeite om terug te kijken naar de historische prestaties van de S&P 500 in de afgelopen tachtig jaar, suggereert Capital Group. Bij 18 van de 19 presidentsverkiezingen had een hypothetische investering van 10.000 dollar aan het begin van elk verkiezingsjaar, 10 jaar later aan waarde gewonnen, ongeacht welke partij de verkiezingen had gewonnen.

Bij 15 van die verkiezingsjaren zou een investering van 10.000 dollar tien jaar later zelfs meer dan verdubbeld zijn. Uiteraard bieden de resultaten uit het verleden geen garantie voor toekomstige rendementen. Maar aan de andere kant moeten beleggers ook niet bang zijn om naar de lange termijn te kijken.

Het enige negatieve decennium van 10 jaar volgde op de verkiezing van George W. Bush in het jaar 2000. In die tien jaar daarna kreeg de S&P 500 af te rekenen met twee seismische schokken: het spatten van de internetzeepbel in 2000 en de financiële crisis van 2008. De grootste winst na een verkiezingsjaar blijft in de familie: dat zou 1988 geweest zijn, toen vader George H.W. Bush de verkiezingen won. Belegde je toen 10.000 dollar, dan zou dat tegen het einde van 1997 uitgegroeid zijn tot 52.567 dollar.

“Verkiezingen leveren per definitie winnaars en verliezers op. Maar de echte winnaars zijn de beleggers die op koers bleven en de verleiding weerstonden om de markten te timen”, besluit Capital Group.