DAX-30 of DAX-40? Veel gedoe over niets

door Kai Lehmann, Senior Research Analyst bij het Flossbach von Storch Research Institute.

De discussie is levendig. De Deutsche Börse ontving meer dan 600 reacties van een breed scala aan marktdeelnemers in haar overleg over de geplande DAX-hervorming. De beursexploitant zal op 23 november de concrete vorm van de herstructureringsmaatregelen voor de Duitse toonaangevende index bekendmaken. Eén ding is echter al duidelijk: het zal geen revolutie zijn.

Kai lehmann
Kai Lehmann
En toch klinkt het plan van Deutsche Börse om de DAX 30 na meer dan drie decennia van bestaan te herontwerpen als een groot plan. De DAX moet veerkrachtiger en representatiever worden. Van nu af aan zullen alleen nog winstgevende bedrijven in de toonaangevende index worden opgenomen, en ze moeten ook voldoen aan bepaalde corporate governance-regels. Hoewel "winstgevendheid" voor alle sectoren moet worden gedefinieerd en gemeten, is één ding duidelijk: faillissementskandidaten en degenen die niet tijdig aan hun verplichting tot publicatie van hun geconsolideerde jaarrekening voldoen, zullen niet langer in de toonaangevende index worden opgenomen. De crisisbestendigheid moet worden gewaarborgd door het aantal bedrijven met tien tot 40 te verhogen.

Als we in detail kijken naar de effecten die een dergelijke hervorming van de DAX zou hebben, wordt al snel duidelijk dat de te verwachten veranderingen veel kleiner zijn dan de enorme respons op de raadpleging doet vermoeden. Als de DAX bijvoorbeeld met tien bedrijven zou worden uitgebreid, zou het aantal opgenomen bedrijven met een derde toenemen, maar de marktkapitalisatie zou slechts met acht procent toenemen. De MDAX daarentegen zou een enorme devaluatie ondergaan en een derde van zijn marktkapitalisatie verliezen.

De voorstanders van de verhoging verwijzen graag naar andere Europese benchmarkindexen, die een veel breder scala aan bedrijven bevatten. Hierdoor zouden zij het macro-economische sentiment in de verschillende sectoren beter kunnen weergeven. Een veel groter aantal bedrijven kan echter niet worden geïdentificeerd in de andere toonaangevende indexen. Zo bevat de Spaanse IBEX bijvoorbeeld 35 ondernemingen, de Italiaanse MIB zoals de Franse CAC 40 ondernemingen en de Zwitserse SMI slechts 20 groepen. De DAX daalt dus in ieder geval niet ver. Alleen de Britse FTSE met zijn 100 ondernemingen heeft een veel groter aantal. Een dergelijke brede index bestaat echter al in Duitsland: de HDAX, die bestaat uit DAX 30, MDAX en TecDAX en meer dan 100 bedrijven bevat. Maar de sectorconcentratie van de DAX is lager dan in een van de andere toonaangevende indices, zelfs op basis van de huidige vermeende smalle bedrijvensteekproef.

En hoe zit het met de economische robuustheid? Die vraag hebben we in een recente studie onderzocht. Daaruit blijkt dat de DAX-bedrijven het de afgelopen tien jaar zeer goed hebben gedaan in vergelijking met hun Europese tegenhangers. Niet alleen is de schuld- en inkomenssituatie verbeterd, maar ook de prestaties van de DAX waren veel beter. Maar onze analyse toont ook aan dat kleinere bedrijven, waarvan vele in de MDAX zijn genoteerd, superieur waren, zowel fundamenteel als qua koersprestaties.

Is de verhoging van de DAX dan toch een goed idee? Nee. Want de invloed van de nieuwe leden zou zo klein zijn dat de geplande uitbreiding met tien bedrijven de aandelen van de verschillende sectoren slechts met maximaal 2 procentpunten per stuk zou veranderen. Een kanttekening hierbij is dat verandering betekent dat de voorheen sterk gewogen sectoren, zoals de chemische en verzekeringsindustrie, nog meer gewicht in de schaal zouden leggen. Aan de andere kant moet worden opgemerkt dat de prestaties van de DAX-40 de afgelopen drie jaar een "ongelooflijke" 0,2 procent hoger zouden zijn geweest in vergelijking met de vorige DAX-30.

Het zou echter ongetwijfeld wenselijk zijn dat er in de toekomst meer veelbelovende bedrijfsmodellen in de DAX worden opgenomen. Maar het is aannemelijk dat de rentabiliteitseisen met name jonge en snelgroeiende bedrijven, die nog steeds niet over de nodige winst beschikken, ervan weerhouden om de Olympische Spelen van de Duitse aandelenmarkt te betreden. De bereidheid van investeerders om te betalen en dus de marktkapitalisatie van een onderneming wordt echter bepaald door de verwachte toekomstige ontwikkelingen. Zolang beursdeelnemers hun beslissingen kunnen nemen op basis van betrouwbare informatie, moet het aan hen worden overgelaten om te beslissen over de prijsstelling en zo de vraag te beantwoorden of een onderneming in de DAX moet worden opgenomen. De verplichting om tijdig jaarrekeningen en tussentijdse verslagen te publiceren en een auditcommissie in te stellen, die ook wordt besproken, is daarom welkom, maar is in een goed functionerende kapitaalmarkt niet meer dan een vanzelfsprekendheid.

Eén ding is verloren gegaan in de verhitte discussie: De DAX is slechts een index. Een index die de fundamentele ontwikkeling van de groepen en de verwachtingen van de marktdeelnemers via de aandelenkoersen weergeeft, maar geenszins bepaalt. Dat de consultatie over de opzet van de DAX blijkbaar toch honderden geïnteresseerden heeft gemotiveerd om zich in de discussie te mengen, kan ook te maken hebben met het feit dat er veel geld wordt verdiend met indices en indexfondsen die daarop gebaseerd zijn.

Het feit dat het aantal wereldwijde aandelenindices volgens schattingen van de Financial Times meer dan zeventig keer zo groot is als het aantal aandelen, is daar een uiting van.

Uiteindelijk zal de Deutsche Börse niet alle marktdeelnemers kunnen behagen. Het feit dat de vorige 30 groepen al 75% van de marktkapitalisatie van de Duitse beurs vertegenwoordigen, onthult een veel discutabeler probleem: er is gewoonweg een gebrek aan beursgenoteerde bedrijven. Helaas geldt het feit, dat Duitsland een land van de aandelenmarkt is, niet alleen voor beleggers. Het aandeel als instrument van bedrijfsfinanciering is in dit land niet populair. Daarom is een brede discussie nodig over de vraag hoe het aandeel in zijn geheel populairder kan worden gemaakt, zowel als investering als als financieringsinstrument, zodat brede lagen van de bevolking kunnen deelnemen aan het productieve kapitaal.

De discussie over de vraag of de DAX uiteindelijk 30 of 40 bedrijven moet bevatten, is dus maar één ding: veel ophef over niets.