Macroscoop - De trein der traagheid

Door Enguerrand Artaz, Beheerder - La Financière de l'Echiquier.

Alle ogen waren afgelopen week op de Europese Centrale Bank gericht, die voor het laatst in dit bewogen jaar 2020 vergaderde. Echt verrassend was de uitkomst niet, maar ook niet teleurstellend. Zoals de markt had verwacht, blijft de richtrente ongewijzigd en wordt het noodaankoopprogramma om de gevolgen van de pandemie te bestrijden (Pandemic Emergency Purchase Programme – PEPP) uitgebreid met 500 miljard euro.

Het zal ook negen maanden langer lopen, tot eind maart 2022, iets langer dan de meeste beleggers – die uitgingen van eind 2021 – hadden verwacht. Tot slot wordt ook het langlopende herfinancieringsprogramma voor banken (TLTRO) stevig bijgestuurd: het wordt verlengd tot juni 2022, er komen drie nieuwe rondes in de loop van 2021 en het totale bedrag dat de tegenpartijen bij die transacties mogen opnemen stijgt van 50% naar 55% van hun uitstaande in aanmerking komende leningen.

Samengevat heeft de ECB alles waar ze de afgelopen weken op had gezinspeeld, ook daadwerkelijk gedaan. Zij zal de economie fors en langer dan gepland blijven ondersteunen, zelfs – om de geëigende formule te gebruiken – 'zolang als nodig is', maar breidt haar instrumentarium niet verder uit. Daar had ze overigens ook amper redenen voor. Enerzijds omdat de neerwaartse risico's binnen de eurozone, zoals Christine Lagarde aanstipte, minder uitgesproken zijn geworden, met name dankzij de aangekondigde vaccins.

Anderzijds omdat de kracht van het economische herstel in de eurozone, nu de ECB voor een uiterst stabiel en veilig klimaat heeft gezorgd, voortaan in handen van de lidstaten is.

Het goede nieuws is dat Hongarije en Polen nu toch bereid zijn om af te zien van het veto dat zij drie weken geleden tegen het Europese herstelplan van 750 miljard euro hadden uitgesproken. Daardoor kunnen de nationale parlementen de Europese Commissie de bevoegdheid toekennen om leningen af te sluiten voor de financiering van dit plan en kan de eerste collectieve schuld in de Europese geschiedenis het daglicht zien.

Dat schept vertrouwen, maar kan een heel wat minder opbeurende realiteit niet verhullen: terwijl Europa moeizaam vordert met de invoering van een eerste herstelplan, staan de Verenigde Staten op het punt hun tweede plan uit te rollen en kondigde Japan onlangs een derde herstelplan van ongeveer 600 miljard euro aan.

Het eerste plan van 750 miljard, en met name de collectivisering van de schulden waarmee het gepaard gaat, is uiteraard een stap in de goede richting. Niettemin lijkt steeds duidelijker te worden dat het Europese antwoord op de coronacrisis te krap bemeten is, zeker in het licht van de recente lockdownmaatregelen, die tijdens het laatste kwartaal zwaar op de economische activiteit zullen wegen.

Dat de Europese Centrale Bank zich zo verruimend blijft opstellen en de lidstaten van robuuste steun blijft voorzien, zal samen met de voorbeelden uit andere continenten Europa hopelijk aanzetten tot meer ambitie en maximale inspanningen om niet alweer achterop te hinken, zoals tijdens de vorige economische cyclus. Dat wordt een van de hamvragen voor 2021 en een belangrijke factor voor de assetallocatie.