Macroscoop: Een eeuwigheid van zes maanden

Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

Op 18 maart 2020 bereikte de Euro Stoxx 50 het laagste niveau van het jaar. De beurskapitalisatie van de index was in slechts één maand afgenomen met 38%. Inmiddels ligt die pijlsnelle en ongeziene terugval aan het begin van de coronapandemie alweer zes maanden achter ons. Zes maanden is weinig, maar toch voldoende om uit die maatschappelijke, economische en financiële aardschok de eerste lessen te trekken.

De aanpak van de gezondheidscrisis is sinds maart ingrijpend gewijzigd. Vanwege de exponentiële stijging van het aantal besmettingen, die tot een vaak dramatische overbelasting van de ziekenhuizen leidde, kondigden vrijwel alle regeringen een lockdown af, met verstrekkende gevolgen voor de economie: zowel vraag als aanbod klapte in elkaar. Ook de afweging tussen de risico's voor de volksgezondheid en die voor de economie is veranderd. Dat komt niet alleen omdat we het virus beter kennen, maar ook omdat de secundaire effecten van een lockdown nu duidelijker zijn.

Vandaag is er van dergelijke radicale maatregelen geen sprake meer en is het zaaks de economie, die nog maar net overeind is gekrabbeld na de verplichte stilstand in het voorjaar, te ontzien. Als er een tweede golf komt, zullen de economische gevolgen ervan beperkter zijn. Gelet op de aanzienlijke middelen die ervoor worden ingezet, valt ook niet uit te sluiten dat op korte termijn een vaccin wordt ontwikkeld.

Er wordt vaak gezegd dat de markten zes maanden vooruitlopen op de toestand van de economie. Hoewel ze in 2020 goed hebben geanticipeerd op de toekomst, liet de timing te wensen over. Vanaf eind maart begonnen de beursindices uit het dal te klimmen, terwijl het herstel van de economie in de meeste ontwikkelde landen al een kwartaal later van start ging. De hamvraag is welk verloop de opleving zal kennen.

Aanvankelijk gingen economen uit van een 'L'-vormig herstel, maar al snel werd dat vervangen door de 'V', vervolgens door de 'W', en momenteel is uiteindelijk de 'K' in zwang. Waarom de 'K'? De verticale lijn weerspiegelt de bruuske daling, de twee schuine lijnen symboliseren enerzijds de blijvend getroffen segmenten (toerisme, transport, horeca e.d.), en anderzijds de sectoren die wisten te profiteren van de door de pandemie aangewakkerde maatschappelijke veranderingen (e-commerce, telewerk, ecologie e.d.).

De crisis heeft namelijk enkele structurele trends versneld: technologie verwierf een nog belangrijkere plaats in onze professionele en persoonlijke levenssfeer en de aandacht voor de milieuproblematiek won aan kracht. Uiteindelijk zou de beste letter om de crisis en de daaropvolgende opleving weer te geven, misschien nog de 'X' zijn.

Op politiek vlak, tot slot, is er nog altijd een enorm gebrek aan coördinatie tussen de landen, wat kan worden opgevat als een voorbode van deglobalisering. De gecoördineerde monetaire en budgettaire inspanningen pleiten echter voor het tegendeel. De centrale banken hebben zich ertoe verbonden een verruimend financieel klimaat in stand te houden: voor de overheidsbestedingen breken mooie tijden aan.

Europa onderscheidt zich qua beleidscoördinatie wel van de rest van de wereld: het is de enige regio waar de politieke solidariteit toeneemt – in het ambitieuze herstelplan wordt voor het eerst een mechanisme gebruikt waarin de kiemen van een begrotingsunie vervat zitten.