T. Rowe Price: Eurozone krijgt te maken met een inflatieachtbaan

  • De prijsstijgingen zullen volgend jaar waarschijnlijk vertragen, maar daarna weer aantrekken.
  • De ongekende budgettaire en monetaire stimuleringsmaatregelen in Europa hebben geleid tot de vraag of de inflatie nog zal toenemen.
  • Lage lonen en onbenutte arbeidscapaciteit zullen waarschijnlijk betekenen dat de inflatie volgend jaar zal dalen.
  • Veranderingen in het loon- en koolstofbeleid in de landen in de eurozone kunnen de inflatie daarna weer opdrijven

    De stijgende inflatie in de eurozone zal waarschijnlijk nog aanhouden, maar Tomasz Wieladek, internationaal econoom bij T. Rowe Price, denkt niet dat hij blijvend is. Hoewel de consumentenprijsindex (CPI) in de eurozone in april naar verwachting 1,6% zal bedragen - het hoogste niveau in twee jaar - zal de reservecapaciteit op de arbeidsmarkt er in 2022 wellicht toe bijdragen dat de inflatie weer daalt zodra het effect van eenmalige factoren afneemt.

    Afhankelijk van de resultaten van de Europese verkiezingen in de komende 12 maanden, forse stijgingen van de minimumlonen en de kosten van fossiele energie, kan de inflatie in de eurozone in 2023 weer fors oplopen. Beleggers zullen met deze inflatieachtbaan rekening moeten houden bij het plannen van hun obligatiestrategieën op middellange tot lange termijn.

    Inflation 2021

    Hogere inflatie op komst

    De Europese regeringen hebben hun toevlucht genomen tot een ongekend budgettair en monetair beleid om hun economieën tijdens de pandemie van het coronavirus te ondersteunen. Nu grootschalige vaccinatieprogramma's de weg naar een krachtig herstel uitstippelen, is er een discussie ontstaan over de vraag of deze grote macro-economische stimulans kan leiden tot een hogere inflatie in de toekomst.

    Wieladek denkt dat de CPI in de eurozone op zijn minst tot het einde van het jaar hoog zal blijven als gevolg van veranderingen in de jaar-op-jaarcijfers, de zogeheten basiseffecten. Vorig jaar daalden de energieprijzen aanzienlijk als reactie op de pandemie en verlaagde Duitsland zijn btw met drie procentpunten van juli tot december. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat in 2020 ongewoon lage inflatiecijfers werden opgetekend, waardoor in 2021 met een hogere inflatie rekening moet worden gehouden.

    Basiseffecten zijn waarschijnlijk echter niet de enige belangrijke factor die bijdraagt tot de hogere inflatie. De wereldwijde tekorten in het aanbod van belangrijke grondstoffen en halfgeleiders, die tot veel hogere producentenprijzen hebben geleid, worden ook langzaam zichtbaar in de Europese consumentenprijsindexcijfers. Hoewel dit een weerspiegeling is van een zeer sterk vraagoverschot op dit moment, verwacht Wieladek dat deze hogere prijzen op termijn zullen leiden tot een hogere productie, waardoor de inflatiedruk als gevolg van het huidige aanbodtekort zal afnemen.

    De combinatie van deze effecten zal de CPI van de eurozone in de tweede helft van dit jaar waarschijnlijk opdrijven tot ongeveer 2,5%, waarbij de Duitse CPI-inflatie mogelijk korte tijd in de buurt van 4% zal komen.

    Loon- en koolstofbeleid kunnen inflatiepiek in 2023 aanwakkeren

    De verkiezingen in Duitsland en Frankrijk zullen bepalend zijn voor de toekomst van het minimumloon en het groene overgangsbeleid, die, als ze worden uitgevoerd zoals beloofd, kunnen leiden tot veel sterkere inflatiecijfers in 2023. De Duitse Groene partij, die volgens de peilingen een belangrijk deel zal uitmaken van een eventuele regeringscoalitie, heeft beloofd het minimumloon (momenteel 9,50 euro per uur) te verhogen tot 12 euro per uur, wat zou neerkomen op een verhoging van het minimumloon met 18% tegen 2023.

    Volgens het Duitse federale bureau voor de statistiek werkte 21% van de Duitse bevolking in 2018 in een baan die minder dan 11,05 euro per uur betaalde, op een moment dat het minimumloon ongeveer 9 euro per uur bedroeg. Aangezien ongeveer een vijfde van de Duitse bevolking een laagbetaalde baan heeft, zou een aanzienlijke stijging van het minimumloon de loondruk waarschijnlijk breder doen toenemen. Een soortgelijke dynamiek kan zich voordoen in Frankrijk, waar president Emmanuel Macron in april 2022 een krappe race voor een tweede ambtstermijn als president moet uitvechten.

    De Duitse Groene partij wil ook de koolstofprijs aanzienlijk verhogen. Sinds januari geldt in Duitsland een prijs van 25 euro per ton CO2-uitstoot voor de warmte- en transportsector. Alleen al deze wetswijziging heeft ertoe bijgedragen dat de CPI-inflatie door de hogere energiekosten in 2021 met 0,5% is gestegen. De Groenen stellen voor deze heffing te verhogen tot 60 euro per ton, waardoor de CPI door de hogere energiekosten waarschijnlijk met nog eens 0,6% zou stijgen. Belangrijker is dat de Duitse Groenen, als zij deel uitmaken van de regering, ook zullen proberen deze wijzigingen van de koolstofheffingen op het niveau van de Europese Unie in te voeren. Al met al zou dit ook bijdragen tot een aanzienlijk hogere inflatie in 2023 ten opzichte van 2022.

    Inflatieachtbaan

    Wieladek meent dat de inflatie in Europa op het punt staat een achtbaanrit te maken. Zij zal dit jaar waarschijnlijk blijven stijgen, begin 2022 fors dalen en vervolgens - afhankelijk van de politieke resultaten - in 2023 weer kunnen stijgen. De ECB zal waarschijnlijk door de door het basiseffect aangedreven inflatie van de tweede helft van 2022 heen kijken, maar kan het nodig vinden om te reageren als het Duitse loonbeleid in 2023 een veel sterkere inflatie veroorzaakt.