Macroscoop: Van vijf naar zeven

Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

Alle hens aan dek bij de Federal Reserve: uit de consumptieprijsindex blijkt dat er in januari opnieuw een opstoot van inflatiekoorts is geweest. De cijfers brengen de Fed om meerdere redenen in een lastig parket. Om te beginnen werd een nieuwe piek bereikt: +7,5% op jaarbasis voor de totale inflatie, +6,0% voor de kerninflatie, waarin de volatielste componenten – energie- en voedingsprijzen – buiten beschouwing worden gelaten. Dat zijn de hoogste niveaus in 40 jaar. Ten tweede liggen beide cijfers opnieuw hoger dan de consensusverwachting op basis van de peilingen van Bloomberg en vormen ze dus (alweer) een onaangename verrassing. En tot slot beginnen steeds meer componenten van de index grote prijsstijgingen te vertonen. Aanvankelijk was de inflatie nog beperkt tot energie, transport en bepaalde goederen, maar nu sijpelt ze langzaam door naar alle consumptiesectoren: huisvesting, diensten, materieel enz.

Het risico dat de inflatie totaal ontspoort, kon dan ook noch de markten, noch de Fed onberoerd laten.

Eerst en vooral herinneren we eraan dat de Fed sinds augustus 2020 haar mandaat ietwat anders invult en streeft naar een gemiddelde stijging van de prijzen van 2% op lange termijn, in plaats van naar een inflatie "dicht bij, maar beneden 2%" per jaar. Dat betekent dat ze nu kijkt naar het parcours dat de prijzen in het verleden hebben afgelegd. Doen we dat, dan zien we dat die op jaarbasis gemiddeld met 5,7% gestegen zijn en de kerninflatie 4,5% bedroeg. Ruim meer dan de centrale bank heeft vooropgesteld. De Fed heeft de toon al verhard in december en nogmaals na haar vergadering in januari, maar moet nu sneller, doortastender en ruimer ingrijpen.

Sneller. Misschien al tijdens de extra vergadering die ze komende maandag, op Valentijnsdag, heeft belegd. Een vervroegde renteverhoging is niet onmogelijk, maar toch weinig waarschijnlijk. Ongeplande bijeenkomsten zoals deze dienen doorgaans om in crisistijden verruimende maatregelen te nemen. Sinds 1994 heeft de Fed ook nooit op die manier een restrictieve beslissing genomen.

Doortastender. Dat valt alvast af te leiden uit de verklaringen van James Bullard, die op donderdag 10 februari liet weten een dubbele renteverhoging – waarbij de richtrente met 0,50% stijgt – te overwegen in maart, gevolgd door twee bijkomende verhogingen tegen juli. We benadrukken echter dat die uitspraak indruist tegen wat hij eerder, op 1 februari, aan persbureau Reuters zei: "Ik geloof niet dat een verhoging met 0,50% ons op dit moment echt zou helpen".

Ruimer. Want hoewel de arbeidsmarkt volledige werkgelegenheid nadert, kunnen de lonen de inflatie niet bijbenen. In reële termen krimpt het arbeidsinkomen van de Amerikaanse huishoudens op jaarbasis met meer dan 3%. De inflatie bestrijden met het monetair beleid kan de koopkracht van de gezinnen herstellen. Het zal echter zaak zijn omzichtig te werk te gaan om de groei, die banen creëert en na de piek in de nasleep van de coronacrisis een zachte landing aan het maken is, niet al te bruusk af te remmen.

De nieuwe cijfers ontlokten ook de markten een snelle reactie. Begin februari gingen obligatiebeleggers nog uit van vijf renteverhogingen met 25 basispunten in 2022, tien dagen later waren dat er al zeven. Ook de meeste strategen van de grote banken hebben hun verwachtingen in enkele dagen tijd bijgesteld van vijf naar zeven. Als dat scenario uitkomt, staan we aan de vooravond van een van de snelste verkrappingen van het monetair beleid sinds 2004. Komt daarmee een einde aan de romance tussen de Federal Reserve en de markten?