Ondernemingen zoeken wanhopig naar werknemers

Als er één element van de economie is dat vaak weinig aandacht krijgt van analisten, dan is het wel de arbeidsmarkt. De werkgelegenheid geldt als een achterlopende indicator van de groei, en vanwege de spaarzame en weinig actuele publicaties zijn arbeidsmarktanalyses het ondergeschoven kindje van de prospectieve analyses. Deze situatie zou de komende maanden kunnen veranderen. De arbeidsmarkt zou namelijk wel eens de volgende motor van de oververhitte economie kunnen worden, die een nieuwe inflatiesprong teweegbrengt, en vooral de drijvende kracht achter een vicieuze cirkel: de opwaartse prijsdruk veroorzaakt loonstijgingen die op hun beurt weer druk zouden uitoefenen op de consumptieprijzen, enzovoorts.

De spanning op de arbeidsmarkt neemt momenteel fors toe binnen alle grote ontwikkelde economieën. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld schatten cijfers van het ministerie van Werkgelegenheid de werkloosheid in maart op 3,6%, net boven het niveau van vóór de pandemie, 3,5%, dat een record vormde sinds het einde van de jaren '60. Op dat niveau wordt de arbeidsmarkt gekenmerkt door zowel volledige werkgelegenheid als personeelskrapte.

Want in amper twee jaar tijd is de coronacrisis gepaard gegaan met grote veranderingen: toegenomen digitalisering, de grote vertrekgolf ('Great Resignation'), een arbeidsvraag die volop in beweging is en een per definitie weinig flexibel arbeidsaanbod, dat wispelturig of in elk geval veeleisender voor de dag komt. Een voorbeeld is bijzonder frappant: De Amerikaanse supermarktketen WALMART telt momenteel liefst 110.000 dollar per jaar neer om vrachtwagenchauffeurs in huis te halen. Een salarisniveau dat doorgaans voorbehouden is aan pas afgestudeerde hoger opgeleiden. Ook in Europa, waar volledige werkgelegenheid verder weg lijkt, wordt de arbeidsmarkt elk kwartaal krapper. De werkloosheid bedraagt momenteel 6,8%, het laagste niveau sinds Eurostat dit cijfer berekent (1998). Op het niveau van de lidstaten zien we overigens dat de landen waar de inflatie het hoogst is vaak de laagste werkloosheid hebben: Duitsland, Hongarije, Polen...

Op micro-economisch vlak zien we hetzelfde beeld. De baas van uitzendbureau Manpower sprak de afgelopen dagen dan ook van "een wereldwijd tekort aan talent".

Deze conjuncturele spanningen worden in de hand gewerkt door een met de conjunctuur samenhangende factor: de demografie. In de landen die vergrijzen gaan de babyboomers beetje bij beetje met pensioen zonder dat deze arbeidskrachten allemaal kunnen worden vervangen.

Welke gevolgen heeft dit?

Voor werknemers is deze situatie op het eerste gezicht gunstig omdat deze hen bij loononderhandelingen een sterkere positie geeft tegenover werkgevers. En mochten de loonstijgingen de prijsstijgingen op enig moment overtreffen, dan zou dit hun koopkracht ten goede komen.

Voor bedrijven wordt het binnenhalen van talenten steeds lastiger. Het werven en behouden van personeel wordt steeds belangrijker om concurrerend te blijven, met name in de dienstensector, waar arbeid zowel de voornaamste bron van inkomsten als de grootste kostenpost is. De uitdaging voor bedrijven zal zijn om hun marges te beschermen.

Ook voor centrale banken dient zich een nieuwe uitdaging aan, namelijk het beheersen van de inflatie. Ze zouden geneigd kunnen zijn een nog restrictievere koers te gaan varen om de spiraal van hogere prijzen en hogere lonen te doorbreken, met alle risico's van dien voor de volledige werkgelegenheid.

Voor nationale overheden is de gespannen arbeidsmarktsituatie uitstekend nieuws omdat ze hierdoor meer inkomsten krijgen en hun uitgaven in verband met de werkloosheid kunnen verlagen.

De terugkeer naar volledige werkgelegenheid is voor sommigen een kans, en voor anderen een uitdaging.

Geschreven op 8 april 2022 – Clément Inbona, Fund Manager