UBS AM: Drie uitdagingen die een zachte landing in de weg kunnen zitten

Een zachte landing van de Amerikaanse economie wordt steeds waarschijnlijker, zo besluit UBS AM op basis van de recentste economische data. Toch bespeurt de vermogensbeheerder in haar laatste Macro Monthly ook drie mogelijke donkere wolken bij deze constructieve vooruitzichten: hogere waarderingen, een zwakke economische activiteit buiten de VS en een aanhoudend hoge inflatie.

De belangrijkste punten van de Macro Monthly:

- Wereldwijd zijn aandelen minder duur dan ze op indexniveau lijken: de meeste aandelen zijn nog steeds redelijk gewaardeerd, inclusief de Amerikaanse equal weight index en de mid-caps.
- De industriële activiteit stagneert, maar UBS AM verwacht dat de industrie de dienstensector zal bijhalen in plaats van andersom.
- De inflatie kan in het vierde kwartaal van dit jaar of in 2024 op een hoger dan gewenst niveau terechtkomen, maar volgens UBS AM zou de economische activiteit daarbij wel veerkrachtig blijven.

Evan Brown, Head of Multi-Asset Strategy, UBS Asset Management: “Vergeleken met de VS presteren de andere belangrijke economische regio's minder goed dan verwacht. Al meer dan een jaar stagneert het volume van de wereldwijde industriële productie. De verschuiving in de consumptie van goederen naar diensten en de verhoogde energiekosten zetten een rem op de activiteit. De Europese economie is meer blootgesteld aan de productiesector. Ze is ook gevoeliger voor hogere rentetarieven omdat Europese bedrijven zich voor een groter deel met bankleningen financieren.”

“Traditioneel geven de meer cyclische sectoren aan waar de rest van de economie naartoe gaat. Als dit waar zou zijn, zou de zwakte bij de fabrieken moeten doorwerken op andere delen van de economie – en uiteindelijk ook op de VS wegen.”

“Maar dit is allesbehalve een normale economische cyclus. De pandemie heeft voor verschuivingen gezorgd in de vraag naar goederen en diensten, en die hebben de typische relatie tussen productie en diensten verstoord. Normaal zou de zwakte in de goederensector overslaan naar de dienstensector. Maar we denken dat een solide reële inkomensgroei tot een cyclus kan leiden waarbij bedrijven de voorraden aanvullen en waarbij de consumptie van goederen opleeft.”

“En inderdaad: in de interne inkoopmanagersindexen van de verwerkende industrie zien we voorzichtige signalen van een bodem in de sector. De Citigroup Economic Surprise Index, die de economische cijfers vergelijkt met de verwachtingen van economen, toont een opwaartse verrassing voor de VS, maar niet voor China of Europa.”

“Op vlak van allocatie blijven we de risico's voor een zachte landing nauwlettend in de gaten houden. Maar we blijven ook overtuigd dat de kerninflatie zal afnemen en dat de groei op korte termijn veerkrachtig zal blijven.”

“Deze macrovisie kunnen we het beste tot uitdrukking brengen via overwogen posities in aandelen in plaats van in obligaties. We hebben vooral een voorkeur voor de meer cyclische delen van de Amerikaanse aandelenmarkt. We behouden een neutrale weging in staatsobligaties, die een belangrijke rol spelen bij het diversifiëren van onze meer risicovolle, procyclische posities. De groeivooruitzichten zijn echter nog steeds solide, en beperken de mate waarin de obligatierente kan dalen, zelfs als de inflatie daalt.”