Waarom de BRICs niet CRIBs heten

Elke waarheid doorloopt drie stadia. Eerst wordt ze belachelijk gemaakt. Dan wordt ze hevig bestreden. Ten slotte wordt ze als vanzelfsprekend aangenomen. Het is een zegswijze die wordt toebedeeld aan de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer. Ook het BRIC-concept, dat dagen na 11 september 2001 voor het eerst opdook in een analyse van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs , ontsnapte niet aan die wijsheid.

Het BRIC-concept, waarmee wordt verwezen naar de 4 belangrijkste opkomende economieën is een uitvinding van de Brit Jim O'Neill. ‘De aanvallen van 9/11 maakten me één zaak duidelijk en dat was dat globalisering niet langer gelijk stond met Amerikanisering,' zegt hij in de Financial Times (betaalde toegang). ‘Indien we de globalisering wilden doorvoeren moesten we daarvoor meer mensen enthousiasmeren en dat kon nooit gebeuren door ons te beperken tot de door Amerika gedomineerde sociale en filosofische waarden en structuren.'

O'Neill bestudeerde na 9/11 hoe niet-westerse landen best een economische machtsbasis konden uitbouwen en hij raakte gefascineerd door Brazilië, Rusland, India en China. Hoewel deze landen amper aan elkaar gelinkt waren, beschikten ze allen over een grote bevolking, een economie die nog in een ontwikkelingsfase zat en regeringen die de globalisering leken te omarmen. Allen beschikten daarenboven over het potentiëel om snel te groeien.

De BRICs waren geboren. Lloyd Blankfein, de CEO van Goldman Sachts, trachtte hun acroniem nog te wijzigen in CRIBs (naar het Engelse woord ‘wieg'), maar O'Neill vreesde dat dit te neerbuigend zou klinken. O'Neil voorspelde in 2002 dat de BRICs tegen 2039 de traditionele dominante westerse economieën zouden inhalen en voorbijsteken. Dat jaartal is onder invloed van de economische omstandigheden intussen bijgesteld tot 2032.

Concurrerende banken waren not amused met O'Neills vondst. Ze hekelden het maken van economische voorspellingen die 50 jaar verderop lagen, gebaseerd op extrapolaties van de toen geldende groeicijfers nog wel. Ook het samenvoegen van vier -ogenschijnlijk niet met elkaar verbonden landen- was zinloos, zeiden critici. China overschaduwde toen al de andere drie en dat zou ook altijd zo blijven. Sommige banken verboden hun werknemers het acroniem te gebruiken.

Anderen kwamen met eigen variaties en gingen over BRICKs (inclusief Zuid-Korea), BRIMCK (inclusief ook Mexico) tot ABRIMCKS (inclusief de Arabische Golfregio en Zuid-Afrika) spreken. Rusland hoorde zeker niet in het rijtje thuis, zeiden sceptici (de enige kritiek die tot vandaag overeind blijft. O'Neil hoopt toch nog op een snel en diepgaand herstel van de Russische economie opdat het acroniem overeind kan blijven).

Maar al deze tegenwerpingen lijken vandaag vooral Schopenhauer gelijk te geven. Sinds 2002 is het aandeel van de aandelenbeurzen van de BRIC-landen gestegen van 2 tot 9% van het globale totaal. Volgens O'Neil zal dat tegen 2050 stijgen tot 50%. Verder vertegenwoordigden de BRICs in 2008 bijna de helft van de globale groei in bbp (46,3%), ook al blijft het bbp per inwoner relatief laag (geschat op 8.654 dollar per inwoner tegen 2014, vergeleken met 29.651 dollar per inwoner in de G7). Tegen 2014 zal dit percentage wel oplopen tot 61,3%, voorspelt het IMF. Ook al lijkt vandaag enkel de Brazilaanse middenklasse echt van de globalisering te profiteren. De gezinsuitgaven in het Zuid-Amerikaanse land bedroegen in 2008 60,7% van het bbp, vergeleken met 37,3% in China.

De BRIC-strategie heeft uiteraard ook grote gevolgen voor Goldman Sachs zelf. Het voorbije decennium opende de bank meer kantoren overal ter wereld dan in de 141-jarige geschiedenis van de bank samen. 10 jaar geleden genereerde de bank 60% van haar omzet in de de VS, vandaag is dat nog amper de helft (en nog een pak minder indien Latijns-Amerika wordt weggelaten).

De kans dat de winst uit de Amerikaanse activiteiten van Goldman Sachs binnen een paar jaar nog een slechts een marginaal deel van het geheel zullen vormen, is dan ook niet denkbeeldig.

Express.be