Waarom de euro uiteindelijk niet zal kunnen standhouden
Begin februari meldde de Britse krant Financial Times dat de zogenaamde hedge funds of beleggingsfondsen over 8 tot 10 miljard dollar in korte posities beschikten en bereid waren dit geld te gebruiken om te speculeren op de teloorgang van de eurozone als gevolg van de huidige schuldenlast.
Het scenario klopte, want de aanval is ingezet. Na de val van Griekenland is nu het offensief tegen Portugal begonnen en lijkt ook Spanje een volgende dominosteen te zullen worden. Dit "bloedbad" heeft ons reeds 160 miljard euro gekost en leert ons twee fundamentele zaken, schrijft de Italiaanse krant La Repubblica.
Ten eerste dat de financiële markten ons hebben gewaarschuwd en dat degenen die doen alsof ze het niet hebben zien aankomen nu krokodillentranen plengen. Omdat zijn obligaties ondertussen zijn gedegradeerd tot de junk-status is Griekenland volgens de Amerikaanse investeringsbanken, wat de kortlopende effecten betreft, de meest riskante markt ter wereld geworden. Hoe meer Griekenland zijn best doet om nieuwe financiële middelen op de markt te vinden, hoe strakker het land de strop om zijn eigen hals legt.
Maar volgens de onverbiddelijke logica van de speculanten is Athene niet meer dan een voorgerechtje. De hoofdschotel is veel groter: namelijk de euro zelf. Inzet van de strijd op de speeltafel tussen de lidstaten en markten is de monetaire unie. Het Griekenland-scenario lijkt op weg naar Lissabon; Madrid staat al in de wachtkamer. En hoewel we voorlopig slechts te maken hebben met het failliet van twee kleinere economieën van de eurozone hangt ons een ware catastrofe boven het hoofd. Met Spanje en Italië op de zwarte lijst van de speculanten gaat het om de derde en vierde economie van de eurozone; landen die worden beschouwd als "too big to fail", omdat ze " too big to bail out" zijn, te groot om hulp te ontvangen.
De tweede les die kan worden afgeleid uit de gebeurtenissen van de afgelopen dagen is dat de markten aan de winnende hand zijn omdat de lidstaten de kluts kwijt zijn. En dat is dan het gevolg van het stokken van de Frans-Duitse samenwerking die op cruciale momenten richting aan Europa gaf. Angela Merkel staat nu alleen tegenover de rest van het continent. In contrast met de mooiste momenten in de Duitse geschiedenis van de laatste twee decennia (sinds de hereniging) wordt de houding van Duitsland nu gekenmerkt door egoïsme en unilateraal denken.
Met de verkiezingen van 9 mei in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen kan de regering-Merkel bij haar onderdanen niet de indruk wekken dat zij zwicht voor die "latino's", die Middellandse Zeelanden die de boel voortdurend belazeren en geen harde besparingsmaatregelen willen doorvoeren. Op die manier hebben de Duitsers de speculanten een machtig wapen in handen gegeven. Als Europa er niet in slaagt de lidstaten de regels van het spelletje te doen naleven met betrekking tot de nationale financiën, de stabiliteit van de prijzen en het concurrentievermogen van de economie, kan de euro uiteindelijk niet standhouden.
Wat dan komt is een nieuwe eurozone, of beter gezegd twee eurozones: een euro van de eerste categorie voor de landen van het noorden met een strenge fiscale discipline (neuro, volgens een aantal economen), en een euro van de tweede categorie voor de landen van het zuiden (sudo, volgens dezelfde economen), die de teugels wat meer laten vieren. Dat lijkt op een spelletje, besluit La Repubblica, maar dat is het niet. De Europese regeringen hebben het niet begrepen en blijven grapjes maken onder het vulkaanstof.