Westerse bedrijven verliezen Chinese windturbinemarkt

Westerse windturbinebouwers verliezen hun greep op de Chinese markt. Dat blijkt uit cijfers van het persbureau Bloomberg . Daarbij wordt opgemerkt dat de westerse windturbinefabrikanten - zoals General Electric , Vestas Wind Systems en Siemens - het voorbije jaar nog een gezamenlijk aandeel van 14 procent hadden op de Chinese markt. Vijf jaar geleden bedroeg dat marktaandeel echter 71 procent. De omzet van de westerse bedrijven wordt uitgehold door lokale producenten zoals Sinovel Wind en Xinjiang Goldwind Science & Technology. Het voorbije jaar heeft China dubbel zoveel windturbines geplaatst dan het jaar voordien, dankzij een stimulusplan van de Chinese overheid, waarbij over een periode van twee jaar een investering van 47 miljard dollar is voorzien in milieuvriendelijke energieprojecten. China is de snelstgroeiende duurzame energiemarkt van de wereld.

"China is op dit ogenblik een bijzonder moeilijke markt," aldus Jesus Zaldua, hoofd van de Chinese divisie van de Spaanse windturbineproducent Gamesa Corporación Tecnológica, die vier windturbine-fabrieken heeft in de Chinese stad Tianjin. "Een aantal bedrijven zal de volgende vijf jaar China moeten verlaten." Om die trend te keren, introduceren buitenlandse bedrijven nieuwere technologieën. Het Duitse Siemens hoopt nog dit jaar in Shanghai een fabriek te bouwen voor turbines met een capaciteit van 3,6 megawatt. Geen enkel Chinees bedrijf is op dit ogenblik in staat om een dergelijk vermogen aan te bieden. Jens Tommerup, voorzitter van de Chinese divisie van het Deense Vestas Wind Systems, merkt daarbij op dat buitenlandse bedrijven niet moeten concurreren op het gebied van prijs, maar wel hun superieure kwaliteit moeten proberen uit te spelen.

Maar ook Chinese bedrijven zeggen dat ze de kwaliteit van hun producten verbeteren. Goldwind en Sinovel zouden volgend jaar turbines met een grotere capaciteit op de markt brengen. Keith Hays , onderzoeksdirecteur windenergie bij Emergy Energy Research, stelt dat de kwalitatieve voorsprong echter nog altijd voordelen kan opleveren voor de westerse bedrijven. "Westerse banken, die de meerderheid van de projecten buiten China financieren, hebben meer vertrouwen in de Amerikaanse en Europese turbinebouwers, die immers hun expertise al hebben bewezen," merkt Hays op. "Maar de Chinese bedrijven halen hun achterstand snel op." Dit jaar zal China 18 gigawatt aan windcapaciteit plaatsen. Dat is het equivalent van vijftien kerncentrales en dubbel zoveel dan in de Verenigde Staten, de tweede grootste windturbinemarkt van de wereld. Op de derde plaats volgt Duitsland met 1,8 gigawatt. (MH)

Express.be