Een Euro-optimist

Was het begin dit jaar nog volstrekt onwaarschijnlijk dat de euro het onderspit zou delven, inmiddels is zelfs het uiteenvallen van de eurozone een reële mogelijkheid geworden.

Volgens Europese politici is de ‘aanval’ van de markten op Griekenland, Portugal en Spanje het werk van speculanten en ‘hongerige wolven’. De problemen in deze landen zouden het werk zijn van marktpartijen die bewust uit zijn op de val van de euro.
Deze stellingname getuigt van een groot gebrek aan deskundigheid dan wel het moedwillig verdraaien van de feiten; eerlijk gezegd weet ik niet wat erger is.
De oud-premier van België Verhofstadt is de enige politicus die ik op enige realiteitszin heb kunnen betrappen: ‘We moeten de kapitaalmarkten danken, zij hebben in een paar weken gerealiseerd wat ons in tien jaar praten over mooie Lissabon-doelstellingen niet is gelukt’.

Rationale beleggers
Het zijn niet speculanten en hedgefondsen die de euro ten val dreigen te brengen. Dat doen rationele beslissingen van particuliere en institutionele beleggers, zoals u en ik, die ervan uitgingen dat er tussen de verschillende eurolanden geen valuta- en relatief weinig renterisico's meer waren. Deze beleggers hebben zich de terechte vraag gesteld of hun kapitaal wel voldoende beschermd was en hebben daar simpelweg steeds minder vertrouwen in.

En nu? Er zijn er twee scenario’s mogelijk: Of de leiders van Europa kiezen voor de vlucht naar voren en repareren de gebreken die bij de totstandkoming van de euro zijn ontstaan, óf het eurogebied valt uit elkaar en een golf van concurrerende devaluaties is het gevolg.

De Europese geschiedenis sinds de jaren ‘50 stemt hoopvol. Europa maakt vooral meters onder zware druk. Zo is de komst van de euro het gevolg van de ineenstorting van de peseta en de lire begin jaren ‘90.

Reddingsplan is vastberaden stap
Het reddingsplan beschouw ik als een vastberaden stap om de euro en het Europese bankwezen te redden. Het is in feite de eerste grote stap naar één Europees begrotingsbeleid.

Daarmee is echter het grootste probleem nog niet opgelost. Sinds toetreding tot de euro hebben de meeste PIGS hun concurrentiepositie met ongeveer 25 procent zien verslechteren ten opzichte van Duitsland.

Dit kan maar op één manier worden opgelost: langdurige aanpassing van de reële lonen. Deze boodschap hebben de Ieren vorig jaar al begrepen en lijkt nu ook in Zuid-Europa door te dringen. De voornaamste onzekerheid die nu rest is of de regeringsleiders doen wat ze beloven en of daarvoor voldoende draagvlak bestaat bij de bevolking.

Het proces van Europese integratie is in zekere zin vergelijkbaar met de Amerikaanse geschiedenis. Alleen beleven wij een veel snellere versie van het lange gevecht tussen federale autoriteit en individuele staten dan in de Verenigde Staten. We kunnen dus optimistisch zijn over de toekomst van de euro; deze gaat net als de dollar een mooie toekomst tegemoet als internationale reservevaluta.

Lars Dijkstra is Chief Investment Officer van Kempen Capital Management.