Icesave spaarders: Minister De Jager handelt in dode mussen

De grotere Icesave spaarders betichten Minister de Jager van Financien ervan onzin uit te kramen als het gaat om terugbetaling van hun spaartegoed door de IJslanders. De Jager beweert dat de spaarders al op korte termijn hun geld terug krijgen uit IJsland. De spaarders zelf zetten daar GROTE vraagtekens bij.

Afgelopen woensdag lichtte de Jager de Tweede Kamer in dat de grotere spaarders binnen afzienbare tijd al hun geld terug zouden krijgen. Goed nieuws, wat betreft de Jager. “Volstrekte onzin”, stellen de grotere spaarders. Woordvoerder Gerard van Vliet: “Om uberhaupt iets te kunnen uitkeren moeten alle rechtszaken die nu lopen eerst zijn afgehandeld. De obligatiehouders, waar de Ijslandse regering aan heeft verteld dat ze kunnen fluiten naar hun centen, pikken dat niet en starten de ene rechtszaak na de andere<. Momenteel lopen er honderden zaken en dat gaat nog oplopen.

go markets beurs beleggenDaar gaan ze mee door tot het Europese Hof en naar verwachting gaat dat zeker 6 jaar duren. Pas dan kan een curator het beschikbare geld gaan uitdelen”
. Bovendien, zo stelt van Vliet, moet het leeuwendeel (70%) van het geld nog binnenkomen door de verkoop van aandelen in bedrijven. Ook een onzekere factor, wat hem betreft.

“Voor de zoveelste keer maakt de Jager de spaarders blij met een dode mus. Onze leden worden ook nu weer gefeliciteerd door hun omgeving, terwijl het een onzinbericht is. Pijnlijk. Dit bericht had hij maar beter in de kast gelaten”, meent van Vliet. Volgens de schrijver van het boek ‘Het Icesave Drama’ heeft de Jager zelf nadrukkelijk belang bij positieve berichtgeving. De blamage om als Nederlandse regering na ruim 2 jaar nog steeds geen deal te hebben over de 1.3 miljard Euro die Nederland tegoed heeft van IJsland is daar de rechtstreekse oorzaak van volgens hem: “De Jager moet de Tweede Kamer aan het lijntje houden met goed nieuws, terwijl het één groot drama-dossier is. Dat hij zich nu laat verleiden tot PR voor Ijsland, en de spaarders een dode mus voorhoudt, is eigenlijk schandelijk”.