Ontwikkelde landen worden geconfronteerd met het risico van Japanisering

De economen van het Franse fondshuis Carmignac Gestion ergeren zich aan de besluiteloosheid van de Europese leiders. De ontwikkelde landen kampen met overheidsschulden en hun groei dreigt langdurig te verzwakken door de recessiedruk die het gevolg is van de voortdurende afname van het hefboomeffect, zoals ook het geval was voor de groei van de Japanse economie nadat daar de kredietcrisis begin jaren ‘90 uitbarstte.

Angst voor Japanisering
Het uitgevoerde of louter beleden bezuinigingsbeleid maakt mate het gevaar van “Japanisering” van de ontwikkelde economieën steeds groter aldus de economen van Carmignac Gestion. ”In Europa, waar het gevaar van een deflatoire spiraal voor de diverse lidstaten bijzonder hoog is, leggen het IMF en de landen met het gezondste begrotingsbeleid een aan zelfmoord grenzende budgetdiscipline op aan landen die geen groei kennen, terwijl de ECB tegelijkertijd de druk opvoert door de basisrente te verhogen.” zo luiden de bevreesde woorden van de Franse economen.

Niet te hard bezuinigen
Gegeven het hardnekkige deflatieklimaat, is terugkeer naar een strikt begrotingsbeleid inderdaad problematisch zo stellen de economen. Voortijdige besparingsmaatregelen zouden recessieve gevolgen hebben voor de groei, waardoor het wegwerken van overheidstekorten juist weer erg moeilijk wordt. Omdat de individuele landen hun munten niet kunnen devalueren is er geen andere optie dan hard te gaan bezuinigen en dit werkt weer averechts op een economisch herstel.

Opkomende landen nog steeds aantrekkelijk
Met koers/winst-verhoudingen van 13 (op basis van de verwachte winst over 2012) zijn de waarderingen van de opkomende landen zijn nog steeds aantrekkelijk aldus de economen. Voor India ligt de gemiddelde koers/winst-verhouding op 9. Van de opkomende landen hebben de Indiase aandelen en de Chinese aandelen die in Hongkong verhandeld worden de voorkeur boven die van Korea en Taiwan wiens economieën meer van export naar ontwikkelde landen afhankelijk is.

Mochten de opkomende landen er in slagen om hun eigen consumptie op te trekken dan kunnen ze zelfs profiteren van de teruggang van de ontwikkelde landen zo stellen de economen. De vraag naar grondstoffen vanuit de opkomende landen zou bij een economische teruggang in het Westen kunnen dalen wat dan een lagere inflatiedruk tot gevolg zou kunnen hebben in de opkomende landen.