Anton Hemerijck, hoogleraar institutionele beleidsanalyse aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam, betoogt in zijn nieuwe boek ‘Changing Welfare States’ dat ook de eurocrisis en vergrijzing geen bedreiging hoeven te vormen voor de toekomst van de Europese verzorgingsstaat.
Volgens Hemerijck is duurzame arbeidsparticipatie het sleutelwoord. Hoe meer mensen werken, hoe beter we de kosten voor pensioenen, gezondheidszorg en andere sociale voorzieningen kunnen opbrengen. Daarvoor moeten we ook in crisistijd niet alleen maar bezuinigen. Het is nodig om te investeren in goede kinderopvang en een arbeidsmarkt die aan de ene kant flexibel is, maar ook genoeg inkomenszekerheid biedt.
Hemerijck baseert zijn conclusies op analyses hoe verschillende Europese landen hun verzorgingsstaat hebben vormgegeven. De Scandinavische landen hebben wat hem betreft een voorbeeldfunctie. In een land als Zweden gaan kinderen al op hun tweede naar een voorschool en Denemarken investeert volop in door blijven leren. “Met goede kinderopvang, waar de cognitieve en sociale ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd, vang je twee vliegen in één klap”, zegt Hemerijck. “Vrouwen kunnen meer aan het werk en kinderen worden op jonge leeftijd gestimuleerd, waardoor ze het op latere leeftijd beter doen op de arbeidsmarkt”.
Nederland ligt in zijn toerustingsoptiek in de middenmoot. “We hebben in de jaren negentig belangrijke stappen gezet, in de kinderopvang en hervormingen van de pensioenen, maar daar is zeker in het laatste kabinet-Balkenende en het eerste kabinet-Rutte de klad in gekomen. Houdbaar pensioneren is in kinderen investeren. Investeren in de belastingbetaler van morgen is goed voor het individu, voor gezinnen, voor de economie, voor het vertrouwen in de politiek en voor de verzorgingsstaat als geheel”, aldus Hemerijck.