Non-profitorganisatie oplossing aanvullend pensioen

Om de pensioenen van burgers in de Europese Unie te waarborgen, zouden er betere voorzieningen moeten komen om mensen zelf te laten sparen voor hun oude dag, naast de basisvoorziening van de overheid en het pensioen dat via het salaris wordt opgebouwd. Omdat de vrije markt voor zulke voorzieningen niet goed werkt, zou daartoe een non-profitorganisatie in het leven moeten worden geroepen. Dat stelt de fiscaal jurist Gerard Staats in het proefschrift dat hij op woensdag 29 januari verdedigt aan Tilburg University.

Voorbeelden

Gerard Staats onderzocht de pensioenstelsels van Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, omdat de pensioenvoorzieningen daar relatief goed geregeld zijn en als voorbeeld kunnen dienen voor andere EU-landen. Hij concludeert echter dat de voorziening in de zogenaamde derde pijler, ofwel het pensioen dat mensen privé sparen, steeds belangrijker wordt maar niet goed van de grond komt. De vrije markt op dit terrein heeft de laatste decennia niet geleid tot adequate oudedagsvoorzieningen. De belangrijkste redenen daarvoor zijn dat de kosten voor de consument vaak te hoog zijn en de regelingen te ingewikkeld.

Op grond van zijn bevindingen stelt Staats voor om een non-profit organisatie in te zetten voor het arrangeren van een eenvoudige aanvullende oudedagsvoorziening. Banken en verzekeraars zouden daarbij toegestane uitvoerders blijven. Door middel van een pensioenregister zoals dat in Nederland en Zweden inmiddels bestaat, kan zo’n organisatie de aanvullende oudedagsvoorziening automatisch regelen als blijkt dat de oudedagsvoorziening onvoldoende zal zijn. Overheden zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen om zo’n voorziening in het leven te roepen.