Russell: “nieuwe grote moderatie” beheerst de wereldmarkt medio 2014

Russell Investments heeft vandaag zijn Strategists’ 2014 Global Outlook – Third Quarter Update gepubliceerd, met de meest recente macro economische inzichten ten aanzien van het beheer van de multi asset-portefeuilles en diensten.

In dit rapport handhaaft het team zijn algemene visie als beschreven in de jaarlijkse vooruitzichten voor 2014: een bescheiden voorkeur voor aandelen boven vastrentende waarden wereldwijd, zij het met een licht afgenomen onderscheid voor de Amerikaanse markt. De combinatie van de volatiliteit op de Amerikaanse markt die de historische bodem benadert, zelfgenoegzaamheid onder beleggers en hoge aandelenwaarderingen hebben de strategen van Russell er echter toe gebracht om te waarschuwen voor de kwetsbaarheid van de markten, met name voor economische schokken.

Woutersturkenboomrussell

Wouter Sturkenboom, Senior Investment Strategist EMEA bij Russell

“Wij noemen de huidige marktomstandigheden de 'nieuwe grote moderatie', omdat we grote gelijkenissen zien met de markten van vóór de mondiale financiële crisis van 2008, die ook werden gekenmerkt door een lage volatiliteit en hoge rendementen,” zegt Wouter Sturkenboom, Senior Investment Strategist EMEA bij Russell. “Deze keer denken we echter dat het risico op een recessie klein is en dat een grote omslag in de markten onwaarschijnlijk is. De volatiliteit zou daarentegen gemakkelijk kunnen gaan pieken en een tijdelijke shake-out kunnen veroorzaken, die wij zouden zien als een ‘buy the dip’ gelegenheid.”

In het rapport wijst het team op drie verrassende ontwikkelingen in de eerste helft van 2014, namelijk de krimp met -2,9% van het Amerikaanse bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal, de stijging van de kerninflatie in de VS en de afnemende volatiliteit in alle beleggingscategorieën tot niveaus die op de lange termijn als onhoudbaar moeten worden gezien. Daarnaast noemen ze een aantal geopolitieke risico's, zoals een escalatie van de gebeurtenissen in Irak en de voortdurende onenigheid tussen China en Japan in de Oost-Chinese Zee. Tot slot wijzen de strategen op de mogelijkheid van een sterkere inflatie dan de stijging van de Amerikaanse kerninflatie (CPI) van 1,6% in januari 2014 tot 2,0% in mei en die van de PCE-prijsindex van 1,1% tot 1,5% in dezelfde periode.

Ondanks deze nieuwe inzichten blijft de strategische beleggingsvisie van het team grotendeels ongewijzigd, mede vanwege de sterke economische groei in de eerste helft van 2014 en de positieve en verbeterende economische prognoses. Het team voorspelt voor de komende twaalf maanden maandelijkse stijgingen van de Amerikaanse werkgelegenheid (met uitzondering van de landbouw) met gemiddeld 230.000 banen. Ook verwacht het team dat de Federale Reserve (Fed) tot medio 2015 zal wachten met het verhogen van de rente.

“De tussentijdse cijfers over dit jaar bevestigen onze vooruitzichten dat de rente op Amerikaanse 10-jaars treasuries waarschijnlijk zal gaan stijgen, dat het aantal faillissementen laag zal blijven en de credit spreads zullen ondersteunen, en dat aandelen beter zullen blijven presteren dan vastrentende waarden,” vat Sturkenboom samen. “De stijging van de CPI-inflatie lijkt eerder ruis te zijn dan een echt signaal. Onze modellen duiden erop dat de kerninflatie laag zal blijven en gedurende 2015 in de buurt van 2% zal blijven.”

De strategen van Russell actualiseren continu hun marktprognoses in een veranderende marktomgeving door een drieledig beleggingsstrategie-proces toe te passen, waarvan de pijlers Waarde, Cyclus en Sentiment zijn en waarin zowel kwalitatieve aspecten als kwantitatieve inputs een rol spelen. Op basis van dit proces zijn de huidige vooruitzichten van Russell voor de wereldwijde markten als volgt:

Waarde: De VS lijkt duurder, Europa lijkt minder duur en de waardering van Japan verschuift naar neutraal

De strategen van Russell zijn het erover eens dat er de afgelopen drie kwartalen weinig is veranderd met betrekking tot de marktwaarderingen. In hun visie is de VS marginaal duurder geworden nu de markt in de buurt van een recordhoogte komt en de voor de cyclus gecorrigeerde koers-winstverhouding voor de U.S. large-cap Russell 1000®-index meer dan 20 en de koers-boekwaardeverhouding circa 2,8 bedraagt.

Ook zien ze Europese aandelen als gematigd duur en geven ze Japan een neutrale waardering. Opkomende markten zijn in de visie van de strategen nog steeds met 30% tot 40% ondergewaardeerd ten opzichte van aandelen van ontwikkelde markten.

Cyclus: Groeiverwachtingen voor Europa verbeteren, VS krijgt weer voet aan de grond

Het team van strategen ziet de indicatoren voor de conjunctuurcyclus als positief voor de ontwikkelde economieën. Volgens de strategen zou de groei in de VS en Europa gedurende de rest van het jaar moeten aantrekken, maar blijft er in andere markten onzekerheid bestaan. Deze visie wordt ondersteund door het feit dat de consensusprognose van de Institutional Broker Estimate Service (IBES) voor de stijging van de koers-winstverhouding van Russell 1000-ondernemingen sinds begin juli stabiel is en in de buurt van 8% ligt. Voor de VS kennen de strategen niet al te veel gewicht toe aan de bbp-groei over het eerste kwartaal en gaan er vanuit dat deze indicator zich de komende paar kwartalen tussen 2,5% en 3,0% zal bewegen.

Het team heeft na het recente stimuleringspakket van de ECB meer vertrouwen gekregen in de groeivooruitzichten voor Europa. Hoewel de kredietbeperkingen de Europese bedrijvigheid hebben afgeremd, zou de toegang tot kredieten op korte termijn moeten gaan verbeteren nu banken hun balansen in gereedheid hebben gebracht voor de ‘asset quality review’ door de ECB en doordat het nieuwe, meer doelgerichte LTRO-programma van 400 miljard euro in gang is gezet.

In Japan lijkt de groei zich te herstellen na de verhoging van de BTW in april, maar daarbij denken de strategen dat het nog te vroeg is om duidelijke conclusies te trekken. Het team is van mening dat China binnen de opkomende markten een stabilisatie kent nu de stimuleringsmaatregelen effect beginnen te sorteren, maar dat er onzekerheid blijft bestaan over de reikwijdte van de neergang in de huizenmarkt.

Sentiment: Positief momentum houdt aan voor aandelen van ontwikkelde markten

Dit signaal, dat de weerslag vormt van het koersmomentum, is gebaseerd op een reeks indicatoren (ten aanzien van positionering, fondsstromen, beleggersvertrouwen, risicobereidheid en technische factoren) die worden gebruikt om het marktsentiment te beoordelen. De strategen zien momentum nog steeds als een positieve onderliggende kracht – met name in Europa en de VS – waarbij Europa een voorsprong heeft op andere regio's dankzij het stimuleringspakket van de ECB. Alles in aanmerking nemend zijn de strategen het erover eens dat het lage volatiliteitsniveau (zoals gemeten door de VIX-index) zorgwekkend is, maar dat de meeste andere indicatoren die ze volgen nog niet in de gevarenzone zijn beland.

Geactualiseerde marktprognoses en exposure-aanbevelingen

Op basis van de marktverschuivingen sinds de publicatie van het rapport met de update voor het tweede kwartaal in april hebben de strategen hun prognoses en exposure-aanbevelingen voor alle geografische regio's en vermogenssoorten geactualiseerd.

  • Azië-Pacific: De strategen van Russell zijn van mening dat de aandelenmarkten niet onredelijk zijn geprijsd en verwachten dat de performance van regionale aandelen in lijn zal zijn met hun bescheiden voorkeur voor aandelen boven obligaties (wereldwijd). Ondanks een trage start in de eerste helft van 2014 wordt voor de regio een solide economische groei over de rest van het jaar verwacht. Het team verwacht dat de Chinese bbp-groei zich tot begin 2015 zal stabiliseren op een niveau dat tussen 7,0% en 7,5% ligt.

    “We verwachten dat de zich stabiliserende Chinese maakindustrie als geheel, en in het bijzonder de uitvoer, het stokje zal overnemen van een verzwakkende vastgoedsector,” zegt Graham Harman, Senior Investment Strategist voor de regio Azië-Pacific. “In Japan schoot de bbp-groei aan het begin van het jaar omhoog tot 6,7% op jaarbasis, en na een aanpassingsperiode halverwege het jaar verwachten we dat het herstel zal aanhouden, zij het in een wat lager tempo. Australië zal waarschijnlijk te maken krijgen met een groeivertraging ten opzichte van het huidige cijfer (3,0%), maar die zal niet dramatisch zijn".

  • Noord-Amerika: De strategen van Russell verwachten dat de indicatoren voor de Amerikaanse economie over de rest van het jaar de winsten in de aandelenmarkten over 2013 zullen blijven valideren. Hoewel de waarderingen bepaald hoog zijn, blijven Amerikaanse aandelen relatief aantrekkelijker dan Amerikaanse vastrentende waarden. Het team is van mening dat de verwachte toename van de volatiliteit de kans op goede koopmomenten zal vergroten.

  • Eurozone: Het team is van mening dat het als gevolg van de beleidsmaatregel van de ECB in juni tijd is om weer een lichte overwegingspositie in aandelen te nemen. Het team zal het herstelproces nauwlettend blijven volgen en daarbij speciale aandacht besteden aan de kredietgroei tijdens het fragiele herstel.

  • Opkomende Markten: De modellen van de strategen zijn de afgelopen maanden positiever geworden over de opkomende markten. Opkomende markten hebben een neutraler gewicht gekregen op basis van de verbetering van de relatieve aantrekkelijkheid en een evenwichtiger geheel aan risico's. Gezien de aanhoudend sterke waarderingen is het team van mening dat opkomende markten zouden kunnen opveren op basis van het vertrouwen in de vooruitzichten voor China en een aantrekkende mondiale vraag naar exportproducten. Ze zouden echter terrein kunnen verliezen als China teleurstelt of als zorgen over de verkrapping van het monetair beleid van de Fed een nieuwe financieringscrisis zou veroorzaken in de economieën die momenteel een tekort op de lopende rekening hebben.

  • Bedrijfsobligaties: Hoewel bedrijfsobligaties duur zijn, blijven de strategen positief vanwege de goede vooruitzichten voor de economische groei, waardoor ook het aantal faillissementen laag zal zijn. Het team heeft een lichte voorkeur voor high yield boven investment grade, voornamelijk als gevolg van het lagere renterisico (durationrisico) in de exposure naar high yield.

    Samenvattend zegt Sturkenboom: “De hogere waarderingen in de aandelenmarkten geven aan dat de langetermijnvooruitzichten voor de rendementen bescheiden zijn, maar ons waarde-, cyclus- en sentimentproces en onze modellen wijzen erop dat we vooralsnog aandelen moeten prefereren boven vastrentende waarden en dat we enige exposure naar bedrijfsobligaties moeten aanhouden.”