"Olie niet meer boven de 100$"

De prijs van olie zal nooit meer aan een niveau van 100 dollar per vat komen. Dat zegt de Saudische zakenman prins Alwaleed bin Talal, chief executive van de Saudische investeringsmaatschappij Kingdom Holding Company, die onder meer in een aantal westerse concerns belangrijke participaties heeft.

Awaleedbintalan
Alwaleed bin Tala

Indien de huidige voorraden op peil worden gehouden en met een zwakke vraag geconfronteerd blijven, moet volgens Alwaleed zelfs met een verdere daling rekening worden gehouden. Als een gedeelte van de voorraden uit de markt kan worden gehaald, zal mogelijk opnieuw een prijsverhoging kunnen worden verwacht, maar een niveau van 100 dollar per vat zal volgens hem nooit meer worden gehaald.

“Saudi-Arabië is, net zoals de andere olieproducenten, door de gebeurtenissen compleet verrast,” zegt Alwaleed bin Talal in een gesprek met Maria Bartiromo, economie-specialiste bij de Amerikaanse zakenzender Fox Business Network. “Niemand had met deze zware prijsdalingen rekening gehouden. Iedereen die beweert een daling met 50 procent voorzien te hebben, zegt onwaarheden."

"De voorbije zomer gaf de Saudische minister van olie nog aan dat een bedrag van 100 dollar correct was voor consumenten en producenten. Minder dan zes maanden later bleek de helft van die prijs verdampt te zijn.”

Voorzichtig en verstandig

“De beslissing om desondanks de productie niet terug te dringen, was een voorzichtige en verstandige tactiek,” merkt de Saudische zakenman op. "Indien Saudi-Arabië zijn productie met één of twee miljoen vaten had verlaagd, zouden andere partijen diezelfde hoeveelheid extra op de markt hebben gebracht. Daardoor zou Saudi-Arabië met een dubbel nadeel zijn geconfronteerd. Het land zou immers minder olie aan lagere prijzen hebben kunnen verkopen. Door de productie op peil te houden heeft het land dan ook een gedeelte van de problemen kunnen elimineren en diende alleen gekeken te worden naar de impact van de lagere prijzen.”

Voor de lage olieprijzen kunnen volgens Alwaleed bin Talal twee redenen worden aangegeven. “In eerste instantie moet er rekening worden gehouden met een overproductie,” merkt de prins op. “Onder meer Irak haalt een hoge productie en zelfs Libië, dat nochtans met een burgeroorlog wordt geconfronteerd, blijft produceren."

"Daarnaast is er ook de schalieproductie in de Verenigde Staten. Tegelijkertijd is er echter sprake van een beperkte vraag. Japan situeert zich rond een economische nulgroei, terwijl in China en India duidelijk sprake is van een vertraging. Ook Duitsland heeft zijn groeivooruitzichten naar beneden bijgesteld. De combinatie van grote voorraden en een beperkte vraag leidt automatisch tot lage prijzen.”

Gebrek aan onderling vertrouwen?

Er zou volgens Alwaleed bin Talal alleen een oplossing kunnen worden gevonden indien alle producenten zich bereid zouden verklaren om de productie gezamenlijk terug te schroeven, maar het is volgens hem onmogelijk om daarover tussen de verschillende partijen, met inbegrip van Rusland en Iran, een vergelijk te vinden.

De prins heeft het over een gebrek aan onderling vertrouwen. Hij verwijst daarbij naar de jaren tachtig en negentig, toen Saudi-Arabië de productie terugschroefde, maar volgens hem vervolgens door iedereen werd bedrogen en dus marktaandeel aan andere producenten moest inleveren.

Alwaleed bin Talal wijst wel op een belangrijk neveneffect. “Op een bepaald ogenblik zal de schalieproductie, die met een grote kostenstructuur wordt geconfronteerd, niet langer rendabel zijn,” geeft de Saudische zakenman aan.

“Daarom kan tijdelijk een niveau van 50 dollar worden getolereerd. Dat zal de toekomstige voorraden automatisch beperken, aangezien aan die prijzen een aantal nieuwe projecten economisch onrealistisch zullen worden.”

De theorieën over een Amerikaans-Saudische constructie om met de lage prijzen Rusland te sanctioneren voor zijn bemoeienissen in Oekraïne, worden door Alwaleed bin Talal anderzijds met klem tegengesproken.

Bron: Express.be