Schroders ziet goede omstandigheden voor "goudlokje" scenario

De aandelenmarkten presteren dit jaar erg goed. Momenteel is er sprake van een mogelijke verdere stijging - een zogenaamde ‘melt-up’ - van de markten. Dat komt omdat er weer sprake lijkt te zijn van een Goudlokje-scenario, waarbij de groei niet te heet is (om inflatie te veroorzaken) en niet te koud is (om de winsten te drukken), maar precies goed is. De omstandigheden om de opmars op de markten voort te zetten, lijken ideaal, zo schrijft Keith Wade, hoofdeconoom van Schroders. Maar hij geeft ook aan dat er nog wel een paar ontwikkelingen zijn die roet in het eten zouden kunnen gooien.
Keithwade
Keith Wade

Door de dovish houding van de Federale Reserve (Fed), de Amerikaanse centrale bank, krijgen de markten de ruimte om verder te stijgen. Historisch gezien ziet Schroders een vergelijking met 1997, toen de Fed de verkrappingscyclus onderbrak wegens de crisis in Azië en de opkomende markten. De daaropvolgende crisis bij het hedgefonds Long Term Capital Management (LTCM) in september 1998 veroorzaakte een aantal renteverlagingen door de Fed die uiteindelijk de tech bubbel in 1999 op gang brachten - een ‘klassiek’ voorbeeld van een melt-up.

Goudlokje-scenario terug van weggeweest

Vandaag de dag wordt het monetaire beleid vooral bepaald door de gematigde ontwikkeling van inflatie. Ondanks het feit dat de Amerikaanse economie laat in de cyclus zit en de krappe arbeidsmarkten en de hoge bezettingsgraad normaliter een opwaartse druk op de prijzen zouden moeten uitoefenen, is de inflatie in de VS gedaald. Aan de groeizijde zijn er ook perfecte omstandigheden. De Amerikaanse economie groeide in het eerste kwartaal (met 3,2%) boven verwachting. Er zijn tekenen dat China gunstig reageert op de stimulerende maatregelen. In Europa is het plaatje enigszins gemengd. Sommige indicatoren duiden op een gunstige wending in de Duitse industriële productie en de PMI’s lijken te hebben gebodemd. De tijdelijke remmende factoren van eind 2018 verdwijnen naar de achtergrond. Het VK blijft problematisch, maar in de rest van Europa lijkt het beeld op te klaren. Naast deze positieve signalen volgen wereldwijd de grote centrale banken de Fed met een soepeler monetair beleid.

Wel een paar beren op de weg

Deze ontwikkelingen versterken het Goudlokje-scenario en na de somberheid die de markten eind vorig jaar had getroffen, is dat geen slecht nieuws, maar het herstel ziet zich volgens Wade nog wel geconfronteerd met een aantal obstakels:

1. Voorraadopbouw neemt af

Er is sprake van een grote - maar tijdelijke - groeispurt door voorraadopbouw in de ontwikkelde economieën. Zonder deze voorraadopbouw zien de groeicijfers er minder rooskleurig uit. De grote voorraadopbouw in verhouding tot de economische activiteit en de orders suggereert dat in het huidige kwartaal de voorraadopbouw sterk zal dalen, wat de groei zal vertragen, tenzij de onderliggende consumptie- en investeringsuitgaven toenemen.

2. Hogere olieprijs

Een andere tegenwind vormt de sterk stijgende olieprijs. Dit komt door een combinatie van voorraadopbouw en Amerikaanse sancties. Als de olieprijs op het huidige hoge niveau blijft, draagt dit bij aan de inflatie later dit jaar, met het risico dat de consumentenuitgaven afnemen omdat het reële inkomen daalt.

3. Margedruk neemt toe

De derde tegenwind ziet Schroders in het risico van toenemende druk op de winstmarges. Lage inflatie is een wezenlijk onderdeel van een Goudlokje-scenario. Maar de keerzijde ervan is dat de ‘pricing power’ van bedrijven afneemt. Als zowel loon- als energiekosten stijgen, komen de winstmarges onder druk te staan. Wade voorspelt een groei van de Amerikaanse bedrijfswinsten met 6% dit jaar, maar een daling met 4% in 2020. Dat is typisch voor een economie die zich vergevorderd in de economische cyclus bevindt. Het valt alleen te voorkomen door een betere kostenbeheersing, een beperkte loonstijging en/of productiviteitsstijging.

Dan toch geen melt-up?

Het vooruitzicht van een daling van de winsten verlaagt de kans op een melt-up. Toch kan het plaatsvinden, want een melt-up van de markten wordt doorgaans gedreven door sentiment, en niet door macrocijfers. Ze creëren hun eigen dynamiek waar beleggers maar al te graag op aanhaken uit angst de boot te missen (FOMO).