M&G zet koers/winst-verhouding in perspectief

Stuart Canning, investment specialist for the M&G Multi Asset team

Overal ter wereld gebruiken aandelenbeleggers de Shiller koers/winst ratio als het ultieme meetinstrument om een bubbel te herkennen. Momenteel heeft de ratio hoogten bereikt die we niet meer gezien hebben sinds de start van de dot.com bubbel. Maar volgens professor Shiller is er op langere termijn geen vuiltje aan de lucht : “Aandelen hebben over het algemeen andere beleggingen overklast doorheen de geschiedenis. Ze zijn nu hoog geprijsd, waardoor ik niet verwacht dat ze nog veel kunnen stijgen. Maar voor een langetermijn belegger zou er een plaats voor aandelen in de portefeuille moeten zijn. Ze kunnen veel stijgen, maar ook veel dalen.”

We kunnen vandaag de theorie van de terugkeer naar de gemiddelde waarde van aandelen ook niet toepassen om een cyclus te voorspellen. De Amerikaanse economie zag er cyclisch uit toen ze meer op de eigen markt gefocused was en gedomineerd werd door industriële ondernemingen. Toen leek het relevant om rekening te houden met periodes van 10 jaar voor expansies en recessies.

De technische vooruitgang en de veranderende structuur van de economie hebben echter de impact van de industriële over- en onderproductie op een cyclus getemperd. Tegelijkertijd is de economie ook meer gediversifieerd. In een industriële economie is de impact op de “echte economie” ook meer gecorreleerd (doordat bijvoorbeeld het merendeel van de werknemers fabrieksarbeiders zijn) dan in een meer gediversifieerde economie.

Op een gelijkaardige manier is de aard van de huidige bestaande bedrijven ook anders. Het meest voor de hand liggend is dat de inkomsten meer wereldwijd gegenereerd worden en minder onderworpen zijn aan de cyclische dynamiek van één land. Wereldwijde economische cycli zijn meer gediversifieerd in de zin dat tien jaar niet altijd een volledig cyclus omvat (Australië heeft bijvoorbeeld de laatste vijfentwintig jaar geen recessie meegemaakt). Een gesynchroniseerde terugval van de inkomsten schijnt daarentegen veeleer het resultaat te zijn een periodieke crisis.

De huidige samenstelling van de Amerikaanse aandelenmarkt verschilt sterk van die van twintig jaar geleden. Zeer eenvoudig gesteld, IT wordt typisch aan hogere multiples verhandeld en was in 1997 goed voor 12,9% van de index, tegenover 22,3% nu. Consumptiegoederen en industrie, traditioneel “duurdere” sectoren, zijn teruggevallen van respectievelijk 14,1% naar 9,2% en van 12,2% naar 9,7%. Zelfs de business modellen van de bedrijven in de grote sectoren zijn veranderd. De leiders van de technologische sector van vandaag zijn niet meer dezelfde als die van eind jaren ’90.

Tenslotte is de manier om de inkomsten van Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven te meten over de jaren niet consistent dezelfde gebleven. Dat verklaart waarom de Shiller koers/winst ratio van vandaag niet dezelfde is als dertig jaar geleden.

De aandelenkoersen kunnen terugvallen, omdat de inkomsten uiteindelijk tegenvallen of omdat beleggers op zoek zijn naar een hogere compensatie. Vandaag schijnen deze krachten sterker te zijn dan een tijdje geleden. Maar dat moet men niet noodzakelijk associëren met een imminente crash. Gelukkig bieden de wereldwijde aandelenmarkten de mogelijkheid om het risico te diversifiëren.

Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
nieuws@analist.nl

Copyright analist.nl B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. Analist.nl doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.