De historische heerschappij van de dollar over de wereldwijde financiële wereld is aan het wankelen. Een samenloop van economische veranderingen en politieke beslissingen heeft de eens zo machtige dollar verzwakt en de Amerikaanse inflatie aangewakkerd. Bovendien heeft het Witte Huis een onorthodox beleid aangenomen om het sterke dollarbeleid los te laten. Dit alles heeft geleid tot een cocktail van onzekerheid en spanning rond de wereldwijde hegemonie van de VS. De euro, de enige munteenheid die de internationale monetaire scepter zou kunnen overnemen, heeft plotseling een onverwachte troef in handen om de dominantie van de dollar uit te dagen. Een kans dat het decennium lang niet heeft gehad.
De vraag is of de euro in staat is om deze kans te verzilveren. De dollar is in 2025 aanzienlijk verzwakt, tot nu toe met een waardedaling van bijna 10%. Dit komt voornamelijk door de escalerende importheffingen. Maar bovenal, door de toenemende zorgen over de toekomstige koers van Washingtons begrotingsbeleid en politieke geloofwaardigheid. Een zwakkere dollar betekent dat de VS effectief inflatie importeert via buitenlandse aankopen, van elektronica tot energie. Alles wordt duurder in dollars en dit raakt de Amerikaanse portemonnee.
Terwijl de VS tarieven verhoogt op alles van Chinese machines tot Europees staal, wakkeren de extra heffingen waardevermindering van de dollar en stijgende prijzen aan. Consumenten voelen de druk al en de Federal Reserve blijft alert. Hiermee is de strijd tegen inflatie en tegen beursinstabiliteit die Washington altijd heeft verdedigd met de dollar als veilige haven ironisch genoeg verdwenen. Een soort zelfkastijding die niet onopgemerkt is gebleven in Europa en de rest van de wereld.
Jarenlang stond het sterkedollarbeleid centraal in de Amerikaanse economische diplomatie. Vorige ministers van Financiën prezen de voordelen van een sterke dollar, waarmee de VS haar dominante positie in het internationale monetaire regime behield. Onder de regering Trump heeft die doctrine echter een radicale draai gemaakt, zogezegd om het hardnekkige handelstekort te corrigeren. Of, om het anders te verwoorden: het Republikeinse economische team heeft gekozen voor een zwakke dollar als correctiemiddel. Dit wordt bevestigd door de voorzitter van zijn eigen Council of Economic Advisers, Stephen Miran, die vindt dat de dollar “hardnekkig overgewaardeerd” is voor handelsdoeleinden, zodat “algemene importheffingen en een ommekeer in het sterke dollarbeleid” het in zijn ogen ontwrichtende wereldwijde handelssysteem zullen herstellen.
In feite is dat precies wat Washington in 2025 doet: importheffing na importheffing opleggen en de muntontwaarding afschuiven. Met drastische gevolgen. De dollarindex kelderde deze lente naar het laagste niveau sinds 2023, waarmee het verlies van meer dan 7% sinds januari werd verlengd. Eind mei was de waardevermindering bijna 10% ten opzichte van andere belangrijke valuta, een daling die zelden voorkomt zonder crisis. Kortom, het loslaten van de doctrine van de sterke dollar heeft een nieuwe volatiliteitskloof in het systeem gebracht die moeilijk te dichten is en onmogelijk te negeren in het buitenland.
Niets illustreert de Amerikaanse bezorgdheid beter dan de recente uitbarsting van het Witte Huis over de BRICS+, het blok van opkomende machten (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika en andere grote opkomende markten) dat hardop durft te dromen van monetaire onafhankelijkheid, waarna president Trump fel waarschuwde tegen elke poging om de overheersing van de dollar te ondermijnen. Een boodschap waar waarschijnlijk een ongekende angst van het Witte Huis voor de dollar achter schuilgaat. Want na de minste monetaire hint van de BRICS volgde meteen de dreiging met importheffingen van 100% voor de tegenhanger van de G7 in de G20.
De Amerikaanse gevestigde orde ziet een gefragmenteerde wereld, een ontkoppeling met twee handelsblokken, het ene geleid door de VS en het andere door China. Vandaar het gebruik van importheffingen als een wapen in het buitenlands beleid. Het probleem is dat het een massavernietigingswapen kan zijn en duidelijk maakt dat de onaantastbare dollar zijn heerschappij heeft verloren. Met andere woorden, de onoverwinnelijke aura van de dollar is net zo snel verdwenen als andere valuta's hun bereidheid hebben getoond om voor de troon te vechten.
De euro bevindt zich nu meer dan ooit in een positie om uit de schaduw van de dollar te treden. Nog nooit in zijn kwart eeuw geschiedenis is de euro in zo'n goede positie geweest om internationaal aan invloed en impact te winnen ten opzichte van de dollar. De omstandigheden zijn ideaal. De dollar heeft nog steeds het leeuwendeel van de reserves van de centrale banken in handen, maar het leiderschap neemt af en zijn aandeel in de reserves is gedaald tot 58%, het laagste niveau in decennia. De euro maakt van zijn kant heimelijke bewegingen die suggereren dat het zijn huidige 20% aandeel uit zal breiden. Veranderingen liggen in het verschiet.
Verschillende recente onderzoeken getuigen hiervan, zoals dat van het Official Monetary and Financial Institutions Forum. Uit hun enquête blijkt dat centrale banken de euro steeds meer zien als de manier bij uitstek om hun beleggingen te diversifiëren en meer Europese valuta aanhouden. Vooral Aziatische en Latijns-Amerikaanse beleggers zien de euro steeds meer als een geloofwaardig plan B, ook op de korte termijn. In tegenstelling tot goud, dat weliswaar bescherming biedt tegen volatiliteit zoals we die nu zien, maar waarmee je geen handel kunt financieren of rekeningen kunt betalen.
Aan de andere kant kan de Europese munt wel deze missie leiden. Zelfs de president van de ECB, Christine Lagarde, benadrukt deze dagen dat dit “het moment is voor de mondiale euro”. Tegelijkertijd geeft ze aan dat de euro “die status eerst moet verdienen” in het buitenland. Wel laat ze alle betrokkenen weten dat de breuk van de monetaire orde die de dollar creëerde een historische kans is voor de valutazone.
Maar waar moet de geostrategische sprong worden overwogen? In de eerste plaats op het gebied van energie en handel, waar de dollar nog steeds de hegemonie heeft als ruilmiddel voor oliecontracten, de verkoop van vliegtuigen of internationale betalingen. Dit ondanks de opkomende rol van de euro in de internationale handel, waar het de nominatieve valuta is voor een vijfde van de wereldwijde transacties – en volgens valutahandelaren is er een stijgende trend.
De euro is in feite de tweede valuta, goed voor bijna 30% van de transnationale zakelijke rekeningen, een aandeel dat dit jaar snel zou kunnen toenemen gezien de onvoorspelbaarheid die het afwijkende economische beleid van de VS teweegbrengt op de kapitaalmarkten en de herverdeling van activa. Elke nieuwe ronde van importheffingen, die nu zelfs juridisch ter discussie staat sinds de Amerikaanse rechtbanken daar recent uitsluitsel over gaven, is rampzalig voor het Amerikaanse begrotings- en schuldenbeleid, dat op middellange termijn onhoudbaar is. Dit alles heeft de status van de dollar als veilige haven vrijwel volledig tenietgedaan.
De grote uitdaging voor de euro is echter enorm. De munt zal niet kunnen overheersen zolang er geen vat ruwe olie wordt afgerekend in petro-euro’s. Dat was tot nu toe ondenkbaar, maar begint nu op te duiken als een vergezocht idee binnen de handelsoorlog – een idee dat de dollar zijn vangnet van het Amerikaanse ministerie van Financiën zou ontnemen.
Kortom, de euro is de enige munt met wereldwijde invloed die de dollar van zijn troon kan stoten, nu de dollar een moeilijke periode doormaakt. De tijd waarin de dollar kon rekenen op zijn enorme liquiditeit en nauwe banden met Wall Street, heeft plaatsgemaakt voor een plotselinge verzwakking van het traditionele evenwicht tussen zijn monetaire kracht en de Amerikaanse invloed in het buitenland. De Europese munt staat nu voor een uitzonderlijke uitdaging: het initiatief nemen voor een nieuw, multipolair valutastelsel met de euro als leidende valuta.
Bijdrage door eToro’s Global Market Analyst Lale Akoner