Obligatiehouders hoeven niet bang te zijn voor Europese M&A-golf

Door Mike Della Vedova, portefeuillebeheerder van het T. Rowe Price European High Yield Bond Fund

Vedovatroweprice
Mike Della Vedova

De scherpe toename van het aantal fusies en overnames (M&A) onder Europese bedrijven in de afgelopen 18 maanden trekt veel aandacht – en verdeelt de meningen. Sommigen vinden het een zorgwekkende trend die herinneringen oproept aan de periode vóór de financiële crisis van 2008, toen financiering met vreemd vermogen hoogtij vierde. Anderen zien het echter als een teken van optimisme bij de bedrijven en een groeiend vertrouwen in de Europese economie – beide hoopvolle signalen voor de marktvooruitzichten.

Natuurlijk is de trend om weer vreemd vermogen aan te trekken een reden om alert te zijn en verhoogt een toenemende M&A-activiteit de kans op “event risico’s”, aangezien de betrokken ondernemingen met fundamentele veranderingen te maken kunnen krijgen.

Aan de andere kant staan Europese bedrijven er nu in het algemeen financieel een stuk beter voor dan in de aanloop naar de financiële crisis. De schokgolf die de crisis in de economie en de markt teweegbracht, betekende niet alleen het einde voor de bedrijven met de zwakste financiën, maar was ook een waarschuwing voor de rest dat maatregelen geboden waren.

Angst voor herhaling van 2008 is onterecht

In de jaren sinds de crisis hebben managementteams zich gericht op het stroomlijnen van de bedrijfsvoering, het afbetalen van schulden, het verlagen van de kosten en het vergaren van contanten. Het uiteindelijke effect hiervan is dat de balansen van ondernemingen inmiddels aanzienlijk gezonder zijn dan in 2008, met hogere kasreserves en, wat heel belangrijk is, een sterk verbeterde liquiditeit. Een ander bewijs dat de ondernemingen een stuk gezonder zijn, is het lagere wanbetalingspercentage onder Europese high yield emittenten. In 2014 bedroeg dit 2,6%, wat aanzienlijk minder is dan het langetermijngemiddelde van circa 4,8%. De kosten van financiering zijn nog maar een fractie van wat ze in de periode vóór de crisis waren. Daarom grijpen bedrijven de lage rentes zoveel mogelijk aan voor allerlei doeleinden, zoals het financieren van aantrekkelijke bedrijfsovernames. Hiermee ontstaat er voor high yield beleggers een interessant en kansrijk klimaat.

Het Duitse HeidelbergCement , dat in 2014 obligaties uitgaf en een actieve speler op het M&A-front is, illustreert duidelijk hoe sterk de leenkosten in de afgelopen jaren voor Europese ondernemingen zijn gedaald. In 2010 gaf BB+ emittent HeidelbergCement een obligatie uit met een coupon van 6,75%. Voor zijn jongste emissie, in 2014, betaalde het nog steeds als BB+ gewaardeerde HeidelbergCement een coupon van 2,25%.

Recente activiteit heeft obligatiehouderswaarde gecreëerd

De toename van de fusie-en overnameactiviteit heeft ook te maken met de trage economische groei, die ondernemingen beperkt in hun mogelijkheid om organisch te groeien en sommige bedrijven tot overnamedoelwit maakt. Als gevolg hiervan proberen managementteams groei ‘in te kopen’ door middel van strategische overnames. Het combineerde effect van goedkope financiering en gezonde kassaldo’s op de balansen maakt dergelijke transacties mogelijk, vaak zonder dat de kredietkwaliteit er ernstig door wordt aangetast.

De recente activiteit heeft in het algemeen ook waarde gecreëerd voor de houders van Europese high yield obligaties, aangezien er behoorlijke premies worden betaald, wat weer een stimulans vormt voor verdere deals. Hoewel de transacties niet altijd samengaan met verbetering van de kredietwaardigheid, is de Europese kredietcyclus nu op een punt aangekomen waarop ze voornamelijk worden gedreven door strategische doelen, bijvoorbeeld om capaciteit uit de markt te halen of om een markt te consolideren.

Zodoende hebben we verschillende deals gezien waarbij Europese high yield bedrijven fuseerden met of werden overgenomen door concurrenten van een hogere kwaliteit. Een voorbeeld is Kabel Deutschland , de grootste kabeltelevisie-exploitant in Duitsland, dat in 2014 werd overgenomen door investment grade telecomgigant Vodafone . De koers van de obligaties van Kabel steeg na de overname fors, waarop Moody’s de rating ervan verhoogde van high yield naar investment grade (Baa2). Zes maanden later kocht Vodafone ook het Spaanse kabelbedrijf ONO voor €7,2 miljard, en dit leidde eveneens tot een koersstijging van ONO’s obligaties. Voor Vodafone hebben deze strategische overnames duidelijk tot doel zijn Europese dekking uit te breiden, vooral op het gebied van kabel-tv en internetdiensten. Op dit moment kan Vodafone het bedrag van bijna €15 miljard dat het voor deze overnames betaalt, lenen tegen een rente van circa 2%-2,5%, terwijl het begin 2008 nog meer dan 6% moest betalen.

Wereldwijd perspectief is cruciaal in onderling verweven wereldmarkten

De verhoogde fusie- en overnameactiviteit biedt obligatiebeleggers vooruitzicht op sterke rendementen maar verhoogt ook de kans dat emittenten fundamentele veranderingen ondergaan, met onvoorziene uitkomsten als gevolg. Een complicerende factor is het mondiale karakter van de financiële markten, aangezien Europese bedrijven betrokken kunnen zijn bij M&A-transacties met bedrijven uit alle delen van de wereld. Deze situatie vraagt om een holistische beleggingsaanpak met nauwgezet onderzoek, waarbij alle aspecten van een bedrijf onder de loep worden genomen: van zijn financiële kracht en groeivooruitzichten tot de bedrijfsvoering en de sector waarin het bedrijf actief is. Het is in dit verband cruciaal om zowel een wereldwijd perspectief als expertise in de lokale markten te hebben, vooral vanwege de steeds internationalere focus van bedrijven tegenwoordig. In snel veranderende markten is informatievoorsprong de sleutel.

ValueSpectrum News wire: +31 084-0032-842
news@valuespectrum.com

Copyright analist.be B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. analist.be doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.