Herstel komt snel

Wie wat grafiekjes erbij pakt van vorige crises, zal zien dat koersdalingen meestal gevolgd worden door korte maar felle periodes van herstel. Vaak zakken koersen daarna weer verder op zoek naar het absolute dieptepunt. Dat kan zich een paar keer herhalen en dan is er opeens een “echt herstel”. De vraag die ons bezig houdt, is of de stijging van de financiële markten in de laatste weken een echt herstel is, of dat het licht aan de eind van de tunnel een tegenligger is die frontaal met ons zal botsen.

In het verleden herstelden beurzen vrij snel na een crisis. En zoals een ervaren belegger weet, gaat het herstel op de markten vooraf aan het aantrekken van de economie. Als u dus weer overweegt om in de markten te stappen als alle economische seinen op groen staan, bent u zeker te laat.

Een herstel gaat snel, maar niet vliegensvlug. De grootste koersrally’s hebben meestal toch weer enige jaren nodig om op gang te komen na een crisis. Hoe markten zich in het verleden herstellen vindt u hier.

Opvallend is dat het herstel na de vorige beurskrach, ook wel een sluipkrach genoemd, zeer slecht van de grond kwam. Veel beleggers hebben enkel die crisis meegemaakt en zullen op die ervaring terugvallen en daarom niet positief zijn over het huidige koersverloop. Het barsten van de internetbel in het jaar 2000 – toch nog onverwacht na jarenlange waarschuwing- levert wel interessant materiaal op. Op 10 maart 2000 stond deze index op zijn recordstand van 5132, een paar maanden later verkeerde de index rond de 3000, maakte daarna een paar keer toe bewegingen naar boven toe, tot ver boven de 4000 om in november 2000 tot onder de 3000 te zakken. Momenteel staat de index op 1647 punten.

Een meer fundamentele analyse van de fase waarin we momenteel verkeren, levert een beeld op waarin langzamerhand de risico’s verschuiven van de financiële sector naar de reële economie. Er zal vast hier en daar nog steun voor een bank nodig zijn, maar het slechte nieuws komt vooral toch vanuit de economie: oplopende werkloosheid, dalende of negatieve economische groei en dalende winsten. Daarbij komen nog vermogenseffecten, iemand die zijn financiële vermogen achteruit heeft zien hollen door dalende huizenprijzen en in elkaar stortende aandelenmarkten, zal de hand voorlopig op de knip houden. Tegenover het verslechterend economisch klimaat staan de uiterst lage waarderingen van aandelenmarkten: er is al veel – en waarschijnlijk te veel – ellende ingeprijsd. Royal Dutch Shell , om maar eens een voorbeeld te noemen, staat op een koerswinstverhouding van 6 voor 2009.

Het feit dat een herstel tijd nodig heeft om door te zetten, maakt dat beleggers vastberaden maar niet overhaast te werk hoeven gaan. Slimme beleggers kijken met kopersogen naar de markt, maar zullen hun (misbare!) middelen in etappes en zeer gespreid naar de markt brengen. Een ogenschijnlijk herstel kan immers een valse start zijn.

Verder zou ik cyclische beleggingen in basismaterialen en grondstoffen voorlopig mijden evenals de financiële waarden. Met mijden bedoel ik dan vooral dat u er niet de nadruk op hoeft te leggen door sectorfondsen bijvoorbeeld. Een fondsbelegger zal in veel gevallen niet aan een positie in deze sectoren ontkomen en dat hoeft ook niet. Ook met bedrijfsobligaties zou ik nog rustig aan doen, het sentiment kan zo weer omslaan.

Misschien moet u er nog niet aan denken. Maar uiteindelijk zal een belegger die wil profiteren van herstellende markten er wel weer aan moeten geloven. Het is nu nog vroeg, maar went u alvast maar aan het idee dat grondstoffen, opkomende markten - inclusief Rusland en Azië – en ook bedrijfsobligaties uiteindelijk weer zwaar aangezet mogen worden in uw portefeuille.

Freddy van Mulligen is hoofd research van Morningstar Nederland. Hij waardeert uw commentaar, maar kan geen specifieke adviezen over fondsen of portefeuilles geven. Auteurs kunt u bereiken via de Analisten feedback.